het geval. Hij heeft constant met de
duimen zitten draaien en voor zijn
gevoel waren het eigenlijk verloren
jaren!
Bij de wederopbouw van de stad was
aanvankelijk sprake van grote onze
kerheid. De terugkeer van de marine
Jeruzalem nieuwbouw nabij de Duinkerk
ca. 1958.
stond nog niet vast, maar was voor de
toekomst van Den Helder van levens
belang. Maar er waren meer kapers
op de kust, zoals Rotterdam en
Vlissingen. Dank zij de inspannin
gen van Ritmeester werd de marine
echter voor de neus van de concur
renten weggekaapt en keerde terug
op haar oude basis.
De wederopbouw gaf de gemeente
handen vol werk. De nood-secretarie
was met de bevrijding opgeheven en
de ambtenaren hadden zich terugge-
haast naar Den Helder. Schendelaar
was een van de eersten. Wat hij aan
trof viel met geen pen te beschrijven.
Den Helder was een lege stad, een
spookstad! 'Het gras groeide in de
straten, je kon er een paard laten gra
zen. Huizen stonden leeg en waren
gebarricadeerd, als ze nog stonden.
En het afgebroken Oud Den Helder
was een verschrikking. Het was één
grote puinhoop zover je keek, je zag
fort Erfprins in de verte liggen', aldus
Schendelaar.
Ongeveer een kwart van het totale,
vooroorlogse woningbestand was ver
woest of afgebroken. De rest stond
nog, maar was deels zwaar gehavend.
Door een schrijnend gebrek aan
bouwmaterialen verliep het herstel
uiterst moeizaam en traag. Alles was
door de Duitsers weggeroofd. En ver
spreid over het hele land zaten dui
zenden geëvacueerden. Mensen die
graag terug wilden, als het moest
kruipend, maar dat niet konden, om
dat hun huis zwaar beschadigd was,
of totaal weggevaagd. De doorzetters
die het er toch op waagden, trokken
voorlopig in bij anderen. 5
Uiteindelijk keerde het tij. De marine
was niet alleen terug, maar ging - in
het kader van de 'Koude Oorlog' -
zelfs uitbreiden en liet een totaal
nieuwe haven aanleggen! Dat bleek,
naast wederopbouw en stadsuitbrei
ding, een krachtige impuls voor de
bedrijvigheid.
Allereerst moest het 'Ouwe Helder'
uit zijn as herrijzen. Dat was van de
aardbodem verdwenen! Kanaalweg,
Weststraat en Hoofdgracht beston
den niet meer. Die kwamen niet te
rug, of werden slechts voor een deel
weer bebouwd. Daarna is de stad bin
nen de Linie volgebouwd. Toen dat
was gebeurd moest de sprong wor
den gewaagd naar het gebied daar
buiten. Dat gebeurde niet volstrekt
willekeurig, maar volgens het stede
bouwkundig concept van Wieger
Bruin. 'Het
mocht geen
grote mêlee
worden van
huizen en stra
ten', zegt
Schendelaar,
'Er moest ruim
te blijven voor
Linie en forten.
Die moesten in
het gezicht blij
ven. Vandaar
het concept van
een centrum,
de 'ouwe' stad,
en in zichzelf
besloten, zelf
standige woon
wijken buiten
de Linie.'
Eerst werd
Nieuw-Den Helder ontworpen, tegen
de duinen aan. De bouw ging op den
duur met een sneltreinvaart, met pro
jecten van circa 800 woningen tege
lijk. Deze zogenaamde Muwi- wo
ningen worden nu overigens met de
zelfde vaart weer afgebroken! Daarna
ging het richting De Schooten. 'Je
kon maar één kant uit', aldus Schen
delaar, 'Wel is ooit overwogen om de
Huisduiner polder dicht te bouwen,
maar God zij dank is dat voorkomen!
Als De Schooten vol was moest wor
den uitgeweken naar het Zuiden.
Maar dat ging niet, want daar lag een
enorm, ondergronds NAVO-hoofd-
kwartier. Aansluiten was onmogelijk.
Dus kreeg je, bij Julianadorp, een
derde concentratie en daar wordt nog
steeds aan gebouwd.'
Door de hier geschetste gang van za
ken bleef de zogenoemde 'groene
gordel' voor de stad behouden. En
daar maakt de bevolking nog altijd
dankbaar gebruik van.
Van meet af aan bij alle ontwikkelin-
77