rbreking •de We id en ge- is ma de, als irood op lar had i het r bij de ïburg huwde ïandeur ;abeth Hij be te vol- ;erefor- han Ka- stap kerk in n echt- nest. 1 blij- ?est voor hij inge- ijksho- s hij eken. ian ook :ijn le- passie ïg en al- In na- docent /ceum n de irslid se afde- andse Dit alleen in vriendschappen 'voor het leven', maar heeft dat ook in sterke mate beïnvloed. Die hartstocht voor de na tuur, de betrokkenheid bij het reilen en zeilen van de lutherse kerken in Nederland en de liefde voor geschie denis en archeologie zijn als even zo veel rode draden die dat leven zin en richting geven. Het vraaggesprek in de krant gaat over zijn artikel in het blad 'Wester- heem'4 m.b.t. bodemvondsten in Den Helder en omstreken. Hij stelt vast dat de bodem van dit gebied in archeologisch opzicht een 'schatka mer' is en hekelt het gebrek aan be langstelling voor dit erfgoed van de huidige bewoners. Het gemis van een oudheidkamer en een museum voor - met name - de walvisvaart, is daar een voorbeeld van en hem een doorn in het oog. Het voorzichtige streven van de gemeente om samen met de buurgemeenten een stadsar- cheoloog aan te stellen juicht hij dan ook van harte toe en stemt hem hoopvol voor de toekomst. Nog niet alles is verloren! In 1935 slaagde Johan Karei met vlag en wimpel voor zijn eindexamen. De wereld lag voor hem open. Hij kon gaan studeren, had dat ook graag ge wild. Liefst biologie. Helaas kwam daar niets van. Voor een arbeiders kind was doorstuderen toen nog niet weggelegd. Er was thuis geen geld en van studiebeurzen nog geen sprake. Werken was het parool. Maar ook dat lag niet eenvoudig! Nederland ging toentertijd diep gebukt onder een ernstige en langdurige economische crisis. Het land werd geteisterd door massale werkeloosheid en armoede. Vacatures waren er nauwelijks, maar in dit opzicht zat het Johan Karei mee. In de Helderse Courant met de namen van alle geslaagden van dat jaar, dus ook die van hem, stond een oproep van de gemeente. Die zocht twee typist-schrijvers. Hij aarzelde geen moment, solliciteerde - samen met 120 anderen! - en was een van de uitverkorenen. Zo trad hij als 17-jari- ge toe tot de wereld van de volwasse nen, reden voor mij om hem nu maar kortweg 'Schendelaar' te gaan noemen. De droom van een leven als weten schapper was dus wreed verstoord. Hij werd ambtenaar en zou dat tot aan zijn pensioen blijven. Daarnaast bleef er voldoende tijd en ruimte om zich, geheel uit eigen kracht, toch te ontplooien tot veelzijdig mens met een brede ontwikkeling en belang stelling en tot een vruchtbaar schrij ver. Geen wetenschappelijke loopbaan derhalve, maar een ambtelijke. Die voltrok zich van begin tot einde op de gemeentesecretarie. Begonnen op de laagste trede van de ambtelijke lad der, werd hij Hoofd-Administrateur A en uiteindelijk ie loco-gemeentese cretaris. Hij gaf tevens leiding aan de afdelingen Algemene Zaken en Stadsontwikkeling, was secretaris van drie raadscommissies en, vanaf beider oprichting, van de Stichting Ontwikkeling Kop van Noord-Hol land (het huidige Gewest Kop van Noord-Holland) en de Vrouwen-Ad vies-Commissie inzake de woningin deling in Den Helder. In de laatstge noemde functie trad hij ook enkele jaren op als landelijk contact-adres. Het zal niemand verbazen dat hij zich door (avond)studie steeds beter voor zijn werkzaamheden wist te kwalificeren. Het begon met de stu die Gemeente-Administratie I, in 1942 afgerond met een diploma. Daarna rechten te Amsterdam, afge broken vanwege de oorlog met Duits land en tenslotte de opleiding tot kan toor-stenograaf die werd afgesloten in 1948. Op 18 december 1941 trouwde hij met Cornelia Johanna Smit. Er kwa men twee kinderen, een zoon (1942) en een dochter (1947). Tijdens de oorlog heeft Schendelaar veel ellende 75

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2001 | | pagina 15