Heimeiden bezig
met het plaatsen
van palen voor een
strandhoofd.
voorjaar een machtig schouwspel op.
Voor de Marsdiepdorpen Huisdui
nen, Den Helder en de Texelse zee
dorpen was de walvisvaart van het al
lergrootste belang. In deze dorpen
woonde meer dan de helft van alle
commandeurs ter walvisvaart en om
dat het gebruikelijk was dat deze ka
piteins de belangrijkste bemannings
leden, stuurman, bootsman, harpoe
niers en speksnijders in eigen omge
ving rekruteerde, was in de zomer
maanden soms de helft van de man
nen uit de Marsdiepdorpen op zee.
Dat leverde nogal eens problemen
doordat er dan een tekort loodsen
was. Ook voor het herstel van de dij
ken aan de oevers van het Marsdiep
was daardoor nogal eens een tekort
aan mankracht, zodat voor het heien
van de hardhouten palen aan de dijk-
voet 'heimeiden' moesten worden in
geschakeld (7).
Spiegelgevecht op de rede
Behalve de voortdurende dreiging
van besmetting met dodelijke ziekten
door zeevarenden - bij de pestepide
mie van 1604 stierf meer dan de helft
van de bevolking van Huisduinen en
Den Helder - moesten de bewoners
van de zeedorpen ook op hun hoede
zijn voor vijandige oorlogsvloten en
kapers op de kust.
Toen in de voorzomer van 1653 het
gros van de Hollandse oorlogsvloot
onder Tromp voor Vlissingen lag,
was er slechts een klein eskader aan
wezig op het Marsdiep, zodat ge
vreesd werd voor een vijandelijke lan
ding: 'Donderdags den 2gsten May is
den Engelsman met zijn gantsche
Armada hier op Texel voor de wal ge
weest, bestaande in omtrent 100 zij
len, zo groot als kleijn...'
Gelukkig woei er een harde westelij
ke wind en waren de Engelsen bang
om op het strand te lopen, zodat ze
verder zeewaarts trokken (8).
In de periode daarna is er met name
door de raadpensionaris Johan de
Witt hard gewerkt aan de vernieu
wing en vergroting van de oorlogs
vloot, zodat men een tweede Engelse
oorlog onbevreesd tegemoet kon
zien.
Toen admiraal Michiel Adriaansz de
Ruyter op 19 mei 1666 met zijn
gloednieuwe schip 'De Zeven Provin
ciën' op de Texelse rede aankwam, la
gen daar al 84 grote oorlogsschepen,
13 fregatten, 8 adviesjachten en 4 zo
genaamde branders met een totale
bemanning van 22.000 koppen en
4600 kanonnen op hem te wachten.
De vijftienjarige Willem van Oranje,
de latere stadhouder Willem III
kwam met zijn gevolg om dit mach
tig tafereel te aanschouwen en tot
vermaak van de hoge gasten werd
een spiegelgevecht geleverd tussen
twee fregatten.
Een matroos bracht iedereen in ver
bazing toen hij op het balhoofd van
een vlaggestok een hoogstand maak
te. Er werd op de hele vloot extra
zwaar bier verstrekt en aan boord van
het admiraalsschip was grote vreugde
onder de bemanning omdat onder
hen honderd zilveren dukaten moch
ten worden verdeeld. Nog geen
maand later vond de Vierdaagse Zee
slag met de Engelsen plaats, waarbij
aan beide zijden zo'n 2500 mannen
sneuvelden. Van Engelse zijde raakte
bovendien nog eens tweeduizend
man in Hollandse krijgsgevangen
schap (9).
Slag bij Kijkduin
En toen kwam het rampjaar 1672:
oorlog met Engeland, Frankrijk,
Munster en Keulen. Het leger van de
'Zonnekoning', 120.000 man sterk
veroverde Gelderland en Utrecht, de
troepen van Munster en Keulen be
zetten het grootste deel van Overijsel,
Friesland en Groningen. Het onder
water zetten van de Hollandse water
linie belette verdere verovering vanaf
de landzijde, de aanvallen vanuit zee
werden met moeite afgeslagen, want
de oorlogsvloot was - in tegenstelling
tot de Engelse - onvoldoende ver
nieuwd en uitgebreid.
Men verwachtte een invasie via het
Marsdiep. Vestingen werden ver
sterkt, nieuwe schansen aanbesteed.
72