En wat liet ge? Arme wezen, Zonder vader, zonder thuis, Met hun diep verslagen moeder, Wachtend op het armenhuis. Of deze woorden nu kwamen van een socialist of wie dan ook, waar waren ze. Hoeveel weduwen van ar beiders bleven er niet onverzorgd achter? Hoeveel van die stakkers zagen wij niet lopen langs de weg, met mandjes of wagentjes, om kof fie, thee of koek te verkopen? Hoe- velen van die stumperds liepen niet naar het armbestuur, zooals hiervo- ren beschreven? Hoeveel havelooze kinderen liepen 's avonds niet te bedelen om brood of liepen te trek ken aan een klein kistje op wielen, om eten van de marineschepen te halen? Honger Hoe stonden de werklieden der ma rinewerf, zelf niet te hunkeren naar een stuk 'tommiesbrood' als zij aan boord der marineschepen hun kar wei moesten verrichten? Al wat tot de werkmansstand behoorde, had honger. Men kreeg thuis niet ge noeg. Het is mij zelf (ook) overko men, dat ik na het middagmaal op de werf kwam, en daar een 'tom miesbrood' van i kg. achter elkaar opat. A.P. Staalman Maar ook in de christelijke arbei derskringen begonnen de oogen open te gaan. Het was vooral de (Helderse, FvL) heer A.P. Staal man, het toenmalige pasgekozen Tweede kamerlid, die het voor de kleine luiden opnam. Zelf voortge sproten uit een arm en groot gezin, wist hij wat armoede betekende. Hij geselde en striemde er in de vergaderingen der Tweede kamer op los, waar de socialisten toen nog niet in vertegenwoordigd waren. Hij nam het op voor de werklieden der marinewerf en de mindere mi litairen van zee- en landmacht. Hij wees op de gevaren van het socialis me en waarschuwde de Regering. Het volk zou zeker in revolutie ko men, als er geen betere levensvoor waarden zouden komen. Zijn woor den vonden direct geen ingang bij hoogmogende heeren. Hij werd straal genegeerd. Extra Tijding In woord en geschrift ging Staal man door. In zijn krantje Extra Tij ding, werden vooral den plaatselij ke liberale heeren gestriemd. De wantoestanden die hier plaatselijk waren (zie Armbestuur, Weeshuis, enz) werden aan een scherpe cri- tiek onderworpen. Men moet weten dat in de sociëteiten dier heeren al les werd bedisseld. Door deze pu blicatie, werden de heeren boos. Ongeteekende brieven met smerige inhoud werden Staalman thuis ge stuurd. Het mocht niet baten. Extra Tijding werd bij duizenden ver kocht en door het volk verslonden. Er werd onderling propaganda ge maakt voor dit blad en ik zelf stond in de voorste rijen. Het kon mij niet schelen of Staal man christelijk was. Het volk had honger en daar ging het bij mij om. Het volk moest rijp gemaakt wor den om te begrijpen dat er op deze aarde volop voedsel was voor elk een. Ik was er van overtuigd dat wanneer de dagelijksche arbeid met een volle maag zou worden ver richt, de ruwheid en onverschillig heid bij de massa zou verdwijnen. Dat dan de arbeid een vreugde zou zijn. Ik wist ook wel dat dit alles niet in ééns kan worden verwezen lijkt. Domela Nieuwenhuis zei eens: wat beteekenen duizend jaren in een evolutie der menschheid? Deelnemen aan den strijd voor het goede en dat was voor elk een men- schwaardig bestaan. De eenvoudig ste arbeid mocht geen vloek zijn. Christelijk socialen en socialisten Ik zei reeds dat ook in christelijke kring de oogen open gingen. Er wa ren predikanten die sociaal begon nen te denken, ook onder de R.K. priesters. Ik wil hier onder hen noemen Dr. Schaepman bij de ka tholieken en Dr. Kuijper, de leider der anti-revolutionairen. Is zijn smeekbede: 'Heere mijn God, zij kunnen niet wachten, geen dag en geen nacht. Het arme volk vraagt brood en krijgt steenen' niet dui zenden malen herhaald? Intusschen groeide het socialisme. In de groote steden werden groote vergaderingen gehouden, demon straties waren aan de orde van de dag. Meerdere malen werd de me nigte met gummystokken uit elkan der geranseld. Het ging als het ware hard tegen hard. Men begreep niet dat een dergelijk optreden het socialisme juist in de hand werkte. Leiders werden in de gevangenis geworpen, maar anderen stonden weer op om hen te vervangen. Hulp werd ingeroepen van de kerk en wie al niet meer om de propaganda der socialisten te stuiten. Het gist bij de marine Vele arbeiders werden uit hun werkkring ontslagen en broodeloos gemaakt. In een marinebedrijf als de Rijkswerf, was het oppassen. Ook bij de mindere militairen der marine was het aan het gisten. Ook hier was het als in de burgermaat schappij. Lage bezoldigingen, slechte behandeling en voor het minste vergrijp in de provoost. Klachten over slecht eten werden gesmoord met zooveel dagen op sluiting. Jong als ik was kon ik geen onrecht zien. In de werkplaats lag ik gere geld met de chefs overhoop. Naast de ernst van het leven, die men in mij niet wilde begrijpen, hield ik ook van humor en vrolijkheid. Daarnaast was mijn gevoel voor zang en muziek mede oorzaak van allerlei schermutselingen. Werd er op de werkplaats iets te luidruchtig gezongen dan kwam een der chefs uit zijn kantoortje aan brullen. 'Houd je bek met dat geblèr' was aan de orde van de dag. Toen zei ik eens bij zoo'n gelegenheid: 'ik zal 40

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2000 | | pagina 8