Denkend aan Den Helder (i)
...ben ik weer een klein meisje,
dat met haar ouders, zus en drie
broers op Weststraat nummer 14
woonde. Wat vormden wij een
gelukkig gezin, met zoveel ruimte
en frisse lucht om ons heen. De
zeedijk was ons speelterrein. En
's avonds wandelden wij met
onze vader door de hoge bomen
laan die om de Rijkswerf was aan
gelegd. Dat beleefde ik als een
echt grote-mensen-einde van de
dag.
Soms ging er iets mis. Zo reed ons
jongste broertje Jan eens op het
fietsje van Joost(je) Thorbecke het
Helders Kanaal in. Een zoon van
bakker Bos en een bewoner van de
Molengracht sprongen gelijktijdig
het water in. Op een broodplank
werd Jan naar de bakkerij gebracht.
Dokter Van Driel van de Zuidstraat
was snel ter plekke en alles liep
goed af. Wij bezochten de School
met de Bijbel op de Kanaalweg en
daarna genoten we alle vijf onder
wijs aan de Handelsschool, later
het Lyceum, op de Hoofdgracht.
Hoogtepunten in ons leven van
toen waren de uitvoeringen van de
gymnastiekvereniging Turnlust in
het Casino op de Kanaalweg (leraar
Kramer, zijn vrouw en al hun kin
deren kwamen om bij een bombar
dement).
Als heel feestelijk herinner ik mij
ook de uitvoeringen van de Mat-
thaus Passion in de Hervormde
Kerk op de Weststraat. Wij bezoch
ten deze uitvoeringen met ons hele
gezin en menigmaal vergezelde ons
Weststraat
David Hollestelle, een vriend van
onze oudste broer en later zelf een
beroemd solist. In 1939 mobiliseer
de Nederland. Wij verlieten ons
huis op de Weststraat en betrokken
een zakenpand in de Koningstraat.
Het stukje Den Helder uit onze
jeugd - Hoofdgracht, Kanaalweg en
de halve Weststraat - werd in WO II
afgebroken. Maar in mijn herinne
ring bestaat dit stukje stad nog
steeds en doe ik, voor mijn moeder,
boodschappen bij bakkerij Bos, sla
gerij De Beurs, boekhandel Spruyt,
banketbakkerij Van Hees enbij
het kleine ijskraampje aan de voet
van de zeedijk.
Riet van Gelder-Koopman
Nunspeet
12 juli 2000
36