Denkend aan Den Helder (2)
55
bladerde ik in mijn oude foto
boek en zag daar weer de foto die
ik maakte op de dijk bij het West
plein: 'Zeepieren voor 2 cent,
Klaasduitstraat 15, telefoon 4273'
Welke piersteker heeft telefoon? In
een oude telefoongids uit 1956,
keek ik alle nummers na, vond
geen nummer dat begon met een
'4' en liet het verder rusten
Toch maakten die 'zeepieren' wat
bij mij los. Wat deden wij er mee?
Plotseling zag ik het weer voor me:
de haven, toen nog in zijn oude glo
rie, met eb en vloed, en op het
'Hoofd'- dat was het gedeelte bij
Wierhoofd - stonden we met onze
lijntjes in afwachting of er een
scharretje of een makreel in onze
verse zeepier wilde bijten. Het kon
er druk zijn en je moest oppassen,
dat je niet in andermans lijntje te
recht kwam. De techniek was als
volgt:
Een goed stuk koord van minstens
25 meter, een blokje lood of iets
dergelijks aan het eind, dan een
paar zijlijntjes aan de hoofdlijn en
daaraan tenslotte een paar haakjes
met aas of een pier. Met een forse
zwaai de lijn zo ver mogelijk de ha
ven in. De lijn op het topje van je
vinger, want dan voelde je of er aan
je aas werd gesabbeld. Het was een
kunst om met een ruk het 'visje aan
je haak te slaan' en dan ophalen.
Soms lukte het, maar het was ook
wel 'krabbe tuk'. Wie weet hier nog
van? Er waren ook professionele
vissers aan de haven, die visten met
een scharhoepel. Een ijzeren hoe
pel met een puntvormig net. Aan
de hoepel zat een constructie van
touwtjes, waar aas aan geregen was.
Met enig geduld werd gewacht tot
men dacht dat er wel belangstelling
voor de lekkere pieren zou zijn ge
weest. Met forse halen werd de hoe
pel opgehaald en de verschrikte vis
sen zaten in de punt van het net.
Pieren kon je dus kopen, maar je
kon ook zelf pieren steken op het
'Kuitje', het wad aan het eind van
de haven, voorbij Fort Oostoever.
Dat 'Kuitje' bestaat niet meer, het is
nu in beslag genomen door de in
dustrie. In mijn tijd was het een
ideale speelplaats voor de vrije
woensdagmiddag. Het begon al
heel spannend met lopen over de
deuren van de grote en de kleine
sluis, langs het fort en dan kwam je