land: bloeiende rogge-akkers en we
lig weiland, geurige hooilanden
met een web aan sloten doorkruist.
Naar het bos op de oeverlanden en
naar de lage, lange met stro gedekte
hutten van wie huisden in de veen-
ontginningen tussen het hoge heu
velland van Texla en dat van Wi-
ringhen.
ger meer alleen te zijn, voor de
nacht. Er was brood, brokkelige wit
te geitenkaas en wat bier. Nu voelde
de monnik pas hoe koud en honge
rig hij was. Hij had moeite zich te
schikken naar het geduld waarmee
de oude het brood brak. De ver
woestende wind was nu een vlie
gende storm. Telkens wanneer het
gebint kreunde onder de volgende
stormvlaag, kromp de oude ineen.
'De wind is west', probeerde de
monnik sussend, 'als het noordoost
zou zijn was het erger.'
De monnik
ademde al een
tijd sneller.
Steeds donker
der werd het
veld, nergens
een lichtpunt
of geluid van
leven. Even
stokte hij,
stond luiste
rend stil. Klok
gelui? Veel te
laat voor een
Angelus. Hij
sloeg haastig
een kruiste
ken, struikelde
vooruit en zag
toen, onuit
sprekelijk op
gelucht, licht
opflakkeren.
Even maar,
toen was het
weer weg.
Maar hij wist
het zeker; hij
had licht ge
zien. Zo laat
na zonsonder
gang betekent
licht vuur. En
mensen-
De behuizing
was schamel,
de bewoner
oud en angstig.
Maar het was
er warm en
gastvrij. Mis
schien was hij
gewoon opge
lucht, niet lan-
De bovenste helft van de initiaal toont hertog Albrecht met de 'Tafel van den kersten ghelove' in zijn hand,
op de onderste helft zit Dirc van Delft zijn tekst te schrijven.
r
S*v- G^rw>tr
UÜifp*)
0 rtCt)
4v- e..a? p xci) «<Wv- -
u i -Hf" cvw «o-irn
'■w JWV w»- f-l =-> mj-
•v
ï&Z, s"
H
i-f •»-ƒ v r
j-4-Qk jjb cvm,5«1V AuT*t<? CLVKI iii-Mi fh«£f- ftiS •«•nfr
&p I«^'1 /vu\ 5'
è^vClB 6t\9 CV"
V 'V Vv Hk
Vv''« T>f- *,4 sg V'v v «"f* \V<>
j
ïtrnsKSSB *^=r~T M
aaiTiiintiHsmra^'
5i