Feike Asma (1916-1984) Helderse grootvorst in Neêrlands organistenwereld 'Tijdens mijn conservatoriumstu die was de naam van Feike Asma een naam die niet genoemd werd. In het officiële orgelwereldje was hij een persona non grata. Naar zijn concerten hoorde je niet te gaan.' Met deze woor den opent de bekende orga nist (en klaveci- nist) Ton Koop man zijn bij drage in het on langs versche nen boek 'Over Feike Asma ge sproken', onder redactie van Klaas Schip pers. Het boek bevat de herin neringen van een zestigtal mensen aan de meest bejubel de, maar wel licht ook meest omstreden Neder landse organist van de twintigste eeuw. De meeste bijdragen aan dit boek zijn afkomstig van vrienden, oud-leerlingen, registratoren, men sen die betrokken waren bij Asma's radio- en plaatopnamen, muziek- journalisten en bewonderaars. Maar er waren ook anderen: de vio listen Christiaan Bor ('nooit zal ik deze groothartige organist verge ten') en Herman Krebbers ('onze ideeën over interpretatie bleken vol komen overeen te stemmen'), de pianist Louis van Dijk ('Asma, de reus op het orgel') en zangeres Ca roline Kaart ('de grootvorst van de toenmalige orgelspelers'). Ook uit het 'andere kamp' staan er bijdra gen in dit boek o.a. van Peter van Dijk: 'het door je orgelspel mensen ontroeren, dat was wat we van Fei ke Asma konden leren'. Charles de Wolff: 'een uitnemend kunstenaar die door velen onrecht is aange daan' en de evenals Asma uit Den Helder afkomstige Lien van der Vliet: 'worstelend met de heden daagse muziek heb ik geleerd res pect te hebben voor elke interpreet die de moed heeft om, ongeacht de heersende trends, te doen wat hij of zij voelt...' Tja, dat lijkt me ook wel het minste, respect betonen voor de eerlijke interpretaties van een vak collega... 'romanticus in domineesland' Wat was er nou toch eigenlijk mis met die door velen juist zo bewon derde Helderse organist? Als ik het goed begrepen heb was daar aller eerst het feit dat hij, om met NCRV-programmamaker Jaap van den Hurk te spreken, 'de romanti cus in domineesland' was. De laat ste tijd mag het weer, maar de ro mantische orgelmuziek van Guil- mant, Cesar Franck en Mendels- sohn was in de naoorlogse decen nia bij de meeste toonaangevende organisten eigenlijk een beetje ta boe. Daarnaast was het ook Asma's manier van spelen. Hij was de man van het grote gebaar en het emotionele effect, méér dan van de ambachtelijke perfectie en de stijl zuiverheid. Ook Asma's larmoyan te persoonlijkheid gaf bij sommi gen irritatie. Maar anderen werden er juist door vertederd. 'Hij was geen academicus met een verfijnde speltechniek,' schrijft Caroline Kaart. 'Hij was een boerse man met een warme persoonlijkheid en een emotionele aanpak, die ik zeer waardeerde. De kracht van zijn aanslag, de gouden seconde voor dat hij de speeltafel als het ware 'aanviel' zal ik nimmer vergeten. Als het koud was droeg hij een wol len vissermanstrui, een pilobroek en dikke, gebreide sokken.' Inder daad, Asma was géén academicus. Zijn eerste lessen kreeg hij van zijn vader Johannes Frederik Asma, ko perslager op de Rijkswerf, organist van de Gereformeerde Zuiderkerk (de latere Bethelkerk) en dirigent van de Gereformeerde Zangvereni ging 'Halleluja'. Op 12 april 1921, negen dagen vóór zijn tiende ver jaardag, trad Feike voor 't eerst op als orgelsolist op een avond met koor- en samenzang in de Gerefor meerde kerk te Den Helder. Hij speelde toen al een drietal, warem pel niet kinderachtige stukken, te 42

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2000 | | pagina 10