Denkend aan Den Helder
...moest ik vanmorgen weer aan
de stafmuziek denken toen ik een
bekende ouverture door de radio
hoorde. Haarscherp zag ik het
orkest met de dirigent Leistikow
weer voor me in Casino aan de
Kanaalweg. Wat een voorrecht was
dat, die Marine-concerten. Het
was altijd goed bezet. De officie
ren zaten op het balcon de bur
gers in de zaal. Ik heb het nog: als
ik bepaalde muziek hoor, dat dan
meteen dat beeld van de stafmu
ziek verschijnt. De concertmeester
joh. F. Pala; wat een prachtige cel
listen waren er bij: Bandel en Van
Vessem. De mooiste klarinettist:
joh. Pinkse. De twee hoornisten
Hogevorst en Van Schie, wat een
duo! De hobo van De Rooij, de
fluit van Donkers. Wat een kwali
teit hadden we in huis.
Veel meer namen zouden genoemd
kunnen worden van voortreffelijke
muzikanten. Een uitzondering
maak ik voor Polane, de ludieke
slagwerker. Een genot om naar
hem te kijken, achter zijn pauken,
grote of kleine trom. Toen Prins
Hendrik, de echtgenoot van konin
gin Wilhelmina, vanuit de Marine
club een concert bijwoonde, uitte
hij zijn bewondering, niet voor de
dirigent, maar 'voor die man achter
zijn trommels!'. 'Meneer is een
kenner!', zou men tegenwoordig
zeggen. Ik was nog heel jong dat ik
met mijn vader naar de concerten
in Casino ging en dan liepen we na
afloop hand in hand, in de maat, de
machtige muziek van Dvorak 'uit
de nieuwe wereld' te zingen. Het
waren niet alleen de concerten in
Casino, maar er was ook elke week
muziek voor de Marineclub aan de
Hoofdgracht.
Aan de wa
terkant stond
een muziek
tent. Dat was
dan de har
moniebezet
ting. Het pu
bliek mocht
tijdens het
spelen niet passeren. De officieren
zaten dan op het terras van de club,
en moesten vrij zicht houden op
het orkest. Dat was in de zomer
maanden.
In de winter was er elke maand tap
toe voor het Paleis aan de Buitenha
ven, waar Commandant Zeemacht
woonde. Het was altijd heel plech
tig; ook tamboers en pijpers waren
er bij. Als verlichting waren wal
mende oliepitten, op lange stokken,
door matrozen gedragen. Na afloop
was er nog een kleine rondgang
langs Hoofdgracht en Weststraat
waar het publiek vrolijk achter liep.
Een ander evenement was de 'Lan
dingsdivisie' dat was altijd overdag,
daar zag de burgerij niet veel van.
Dan werden de miliciëns met mu
ziek naar de schietbanen gebracht.
De muziek ging echter niet verder
dan de Linie. Tamboers en pijpers
namen het dan over. Het muziekle
ven in Den Helder van vóór de oor
log, heeft veel profijt gehad van de
uitstekende musici, die wij in onze
stad hadden. Pala gaf prima viool
les en was ook dirigent van het 'Ste
delijk Muziekkorps', Schenkels
stond voor 'Winnubst'Haanstra
heb ik nog meegemaakt bij de
'Oranje Harmonie Kapel'.
De stafmuziek der Koninklijke Marine aan boord van Hr. Ms.
Wachtschip te Willemsoord bij haar 75 jarig bestaan op 1 april
1939.
Ook veel jonge Heldersen hebben
een kans gekregen om als leerling
bij de Stafmuziek te komen. Ik
denk aan Dirk Makelaar, Jo Dol,
Lou Broekhoven, Karei Kokelaar,
die later nog dirigent was van de
Amsterdamse Politie Kapel. Een
bekende musicus was Job Strobel,
hij was altist bij de staf, en heeft
tientallen kinderen viool leren spe
len, ook mij nog toen wij beiden in
Hilversum woonden.
Na de oorlog is de Stafmuziek niet
meer in Den Helder teruggeko
men. Rotterdam kreeg de eer; als
beloning voor het moedig optreden
van de mariniers in 1940, vandaar
dat ze nu 'Marinierskapel' heten.
Zonder Stafmuziek zou ik vermoe
delijk niet zo intens zelf met mu
ziek bezig zijn. In Hilversum zijn
voor mij met viool en altviool nog
veel mogelijkheden, die ik volledig
benut.
D. Abbenes, (Hilversum)