Klapperend over de spoorlijn
Toen ik voor de eerste maal de
tunnelbak onder het onlangs geo
pende railviaduct over de N9
gebruikte, gingen mijn gedachten
onwillekeurig uit naar een dag tij
dens de oorlog. Ons gezin had
verplicht de stad moeten verlaten.
We waren gehuisvest in een tim
mermanswerkplaats aan de
Molenvaart in Anna Paulowna.
Er was geen school en om de tijd
door te brengen besloten mijn
broer en ik op een dag naar Den
Helder te gaan. Uiteraard was er
geen vervoer ter beschikking. Er
reed alleen een trein, maar daar
hadden wij geen geld voor. Het
werd dus een voetreis.
Euvel
Bij de overweg in Anna Paulowna
kwamen wij op het idee om langs
de spoorlijn te gaan lopen. Dat was
op bepaalde
plaatsen redelijk
te doen, maar
ook moesten er
grote delen over
de bielzen wor
den afgelegd.
Mijn schoeisel
was in niet al te
beste toestand
en onderweg
kwam de
schoenzool los
te zitten. Repa
reren kon niet,
zodat ik al klap
perend de reis
moest voortzet
ten. In Den Hel
der zouden we
het euvel wel
proberen te ver
helpen.
Na Breezand kwamen we bij de
spoorbrug Koegras. Dit was nog de
oude, smalle draaibrug. Indien er
een trein zou aankomen, was geen
uitwijken mogelijk. We overwogen
terug te gaan, maar waagden het er
uiteindelijk toch op. In een record
tijd werden de brug en de overweg
genomen.
Nadat we het stationnetje De Kooi
passeerden kwam de stadslinie in
zicht.
Voorbij de Anemonenstraat zwenk
ten we rechtsaf over het toen nog
bestaande rangeerterrein, richting
Ruyghweg, waar ons ouderlijk huis
stond.
Na reparatie van de schoen zwier
ven we een tijdje rond, op zoek
naar vertier. Dat was er niet. De
Spoorwegovergang Koegras over het
Noord Hollandskanaal.
straten waren leeg, veel ramen met
planken dichtgetimmerd. Af en toe
kwam je iemand tegen. Verder was
er niets te beleven.
Kolen
Bij het station aangekomen zagen
we dat er een lading kolen, bestemd
voor de Duitse bezetter, gelost
werd. Kruipend onder de wagons
door probeerden we er zo dicht mo
gelijk bij te komen. Er viel namelijk
wel eens een stuk steenkool of een
briket op de grond. De kunst was
dan die zo gauw mogelijk in te pik
ken en veilig te stellen.
Het zat ons die middag niet mee.
We werden ontdekt en weggejaagd.
Snel schoten we onder de wagons
door, totdat ik een grote schreeuw
hoorde, net voordat ik onder de vol
gende zou kruipen. Verstijfd bleek
ik zitten. Net op tijd, want de trein-
107