tenden moest je dan allerlei (waar onder als vernederend ervarenjvra- gen beantwoorden. Zoals waarom kan je familie je niet helpen? Heel je hebben en houen werd blootge legd om tenslotte naar huis te gaan met een bon voor twee gulden boodschappen en ƒ1,50 aan geld. Voor die boodschappenbon kon je dan bij bepaalde winkels kruide nierswaren etc. halen. Het geld was voor andere zaken, die niet bij een kruidenier te krijgen waren. Op een keer had iemand op zo'n bon voor twee cent 'zwarte balle tjes' gekocht. Dat werd door gegeven aan het armbe stuur, dat daar op de volgende week geen boodschappen bon gaf, met de mededeling: "we maken er hier geen snoe pers van". Degenen die aan het loket goed van zich afkonden bij ten kregen wel eens een gul den extra. Om streeks 1925 kwam er een 'wind- hok', dat wil zeggen afgeschermd, zodat de anderen je antwoorden op de gestelde vragen niet konden ho ren. Dat was een hele verbetering. De diakenen van het kerkelijk arm bestuur kwamen thuis, dat praatte veel gemakkelijker dan voor het lo ket van het algemeen armbestuur. Toch deden de mensen uit de Pilo pas in allerlaatste instantie een be roep op de diaconie. De kerk was iets van de mensen zelf, zeker in de Visbuurt. De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) was een gouden tijd voor de Hel- derse vissers. Er werd toen goed verdiend, hoewel er groot gevaar was vanwege de drijvende mijnen. Ook andere schepen liepen gere geld op zo'n mijn, waarna de lading boven kwam drijven. Vissers en jut ters verdienden daar dan weer een aardig centje aan. De zee neemt, de zee geeft... De politiek De visserlui uit de Pilo bemoeiden zich niet met de politiek. Daar zat geen brood in, zeiden ze. Dat was goed voor de baantjesjagers, waar van het merendeel -eenmaal achter de groene tafel gezeten - je in je sop liet gaar koken. Rechts of links maakte totaal geen verschil. Uit ge loofsovertuiging hielden de vissers rechts aan en voor de rest..."je kan me nog meer vertellen". Af en toe kwam er in de Pilo wei eens een 'rooie' (socialist) spreken. Die vertelde dan over Jezus, die ei genlijk een socialist was geweest en over de verspilling door de hoge he ren. Zo'n betoog raakte de Pilo mensen wel want in hun hart wa ren ze ervan overtuigd dat er op so ciaal gebied wantoestanden heer sten. Maar de spreker was een rooie, die stond tegen het gezag op en dat was nu weer in strijd met hun principes. Een socialistisch familielid zei de heer Van Veen eens: "als het een week waait kun je naar het armbestuur om een aal moes en daar moet je voor praten als Brugman, an ders krijg je niks. En waar om kreeg jij een daalder meer dan een ander met het zelfde aantal kinderen? Om dat jouw huis baas in het armbestuur zat en jij zei: 'dat wordt van de week weer geen huur betalen'. Waarom ging toen het lo ket even dicht? Dat is toch zo klaar als een klontje -jij kreeg een daal der meer! Zo'n man zit daar om het belang van ons allemaal te dienen en niet om zijn eigen zak te spek ken". Daar zit wel iets in, dacht de heer Van Veen... L.F. (FRANK) VAN LOO 61

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2000 | | pagina 9