Van kraaien, knapen en honden
Het pril geluk in een Helder se
kraaienfamilie werd wreed ver
stoord... Een kraaienpaartje had
zich namelijk een nestje gebouwd
in een schoorsteen aan de Nieuw-
straat. De bewoners van het huis
voelden echter nog weinig van de
naderende zomer en zij lieten de
kachel lustig snorren. Dat gebeur
de zonder te weten welk onheil zij
daarmee aanrichtten in de woning
van hun gevleugelde medebewo
ners. Het nestje vatte op een gege
ven moment vlam en veroorzaakte
toen een ware schoorsteenbrand.
De brandweer rukte uit met een
ramoneur, vernietigde de brand
haard en daarmee het onderkomen
van twee onbezorgde, maar
domme vogels, die niets begrij
pend een goed heenkomen zoch
ten. Waarschijnlijk naar een ande
re schoorsteen, want kraaien zijn
dikwijls nog meer hardleers dan
mensen.
Het normale knikkerspel pleegt op
een plat vlak beoefend te worden.
Er waren echter een paar jeugdige
Nieuwediepers, die een aardige va
riatie hadden ontdekt. Zoiets als
'ruimtelijk knikkeren.' Nog voor zij
een dergelijke wetenschappelijke
benaming voor hun sport hadden
gevonden, kwam er een vervelende
kink in de kabel. Eén van de knik
kers zocht het wat al te ver in de
ruimte en vloog door een ruit bij de
firma Van Willigen. Zo heeft iedere
ontdekker pijnlijke tegenslagen te
verwerken. In dit geval zullen de
ouders de financiële gevolgen wel
moeten dragen.
Een paar andere jongens vond het
spelen met andermans stenen nog
leuker dan het knikkerspel. Bij de
Kruisweg
'leenden' zij
een partijtje
(wederop
bouw) stenen
en mikten deze
in het Helderse
Kanaal. De plonsgeluiden klonken
heel mooi en de kringen in het wa
ter waren prachtig rond, maar de
greep van de jeugdbrigade was on
aangenaam klemmend. De knapen
werden meegenomen naar het poli
tiebureau, waar men op het ogen
blik een zeer beschaafde methode
heeft om stoute jongelieden op te
hoogte te brengen van de eisen die
een welgeordende samenleving aan
haar burgers (ouder dan zes maan
den) stelt, 's Woensdagmiddags
wordt namelijk een gratis les gege
ven aan de knapen en maagden, die
zich niet buiten de machtige arm
van de jeugdbrigade weten te hou
den. Ze zijn (met medeweten en
goedvinden van de ouders) hun
vrije middag kwijt, maken geen
strafregels maar krijgen van een of
twee jeugdbrigadiers les in diverse
nuttige wetenschappen. Zoals het
leren kennen van landen en derzel-
ver hoofdsteden, het zoeken van
onderwerpen in zinnen en het re
peteren van de (voornaamste) jaar
tallen der vaderlandse geschiede
nis. We hopen eens een les bij te
wonen en dan concretere gegevens
te kunnen publiceren. De jeugdige
delinquenten vinden het niet eens
onplezierig.
Wel een onaangename gewaarwor
ding had stadgenoot A. T. die op
het beltterrein werkt. Daar miste hij
opeens een blauwe trui (met rits
sluiting). Even later merkte hij dat
men zich ook over zijn steekschop
had ontfermd. Aan de politie de
taak trui en schop 'even' boven wa
ter te brengen. U moet niet ver
baasd zijn wanneer dat nog lukt
ook, want de politie staat voor niets,
sfc sK
Er is echter één probleem waarte
gen zelfs de Helderse politie mach
teloos staat. Dat is het probleem der
honden, die welig tieren, bandeloos
(in letterlijke en figuurlijke zin)
door de straten en stegen dezer stad
zwerven, op ongelegen momenten
de rijbanen van twee- en meerwie-
lige voertuigen kruisen en - af
schuwelijk - het goed functioneren
van hun stofwisseling op de won
derlijkste plaatsen demonstreren.
Dit is een groot kwaad in Den Hel
der en het doet ons (als grote hon
denliefhebbers) oprecht leed dit
kwaad te moeten signaleren. Het
kan echter nog erger. Er zijn veer
tienhonderd honden, maar in Den
Helder leven zevenduizend gezin
nen. Wanneer die allemaal eens
een hond namen! En wie belet het
ze? Misschien moet het wel zover
komen, alvorens drastische en af
doende maatregelen genomen wor
den. Op deze laatsten wachten wij
en daarom propageren wij ons
(voorlopig) ideaal: In ieder huis een
eigen hond. Dan spreken we elkaar
straks nader.
Uit de Helderse Courant van
8 april 1949, opgetekend door
G. HAKKENES)
57