Als je voor een dubbeltje geboren bent Wie er voor een dubbeltje gebo ren is wordt nooit een kwartje", zei m'n vader nogal eens. Typisch Helders, vanwege die rangen-en- standen samenleving van de mari ne? Ach, ik weet 't niet. Ik weet wel dat een dubbeltje raar kan rol len en, al was 't dan een dubbeltje op zijn kant, een dubbeltje soms tóch een kwartje wordt. In elk geval had mijn vader, Jan de manufacturier of zoals de mensen in de polder zeiden: Jan de lap- piespoep, soms een kwartje tus sen de dubbeltjes. En dat had zijn broer, de werviaan, mooi niet. Dat was vaste armoed. Maar, eerlijk is eerlijk, wel vast en mijn vader had soms geen stuiver te wisselen, laat staan een dubbele stuiver, een dubbeltje. Er zijn mensen die bang zijn dat straks als de euromunt komt en onze goede gulden verdwijnt, daar mee ook al die uitdrukkingen in onze taal over stuivers, dubbeltjes, kwartjes en guldens zullen verdwij nen. Maar dat zal wel meevallen. Want onze taal zit vol met uitdruk kingen die terug gaan op geld uit vroeger eeuwen. Want al werd dan de allereerste gulden als florijn in 1252 in Florence geslagen, het heeft heel lang geduurd eer 'de' gulden in de Nederlanden algemeen aan vaard werd. Doordat Jan en alleman muntrecht had waren er bij het be gin van de Tachtigjarige oorlog (1568-1648) nog diverse guldens in omloop: de clemmer gulden uit Gelderland, de Rijnse gulden van de Duitse keurvorsten en de gulden met de beeltenis van Johannes de Doper erop in Groningen. En daar naast waren er Spaanse matten in omloop en Franse pistolen, Duitse thalers en Engelse nobels. De gul den was - sinds 1526 - in de Ne derlanden alleen een rekeneen heid en is pas in 1814 bij de vorming van het Ko ninkrijk de officiële munt geworden. Maar dat neemt alle maal niet weg dat onze taal nog vol uitdrukkin gen zit, uit de eeuwen er voor. Het kan me geen mieter schelen, zeggen we soms. Maar wie weet nog dat een miete (mijt) in de late Middeleeuwen een muntje was ter warde van i/48e stuiver. Na 1467 is er geen miete(r) meer gesla gen, maar we praten er nog over! Ooit wel eens iets voor een prikkie op de kop getikt? Een prik(kie) was een muntje ter waarde van een hal ve penning, een koperen munt ter waarde van een halve duit. Die pen ningen werden voor het laatst ge slagen in 1663, maar steek pennin gen worden nog altijd gegeven! En ook grijpstuivers worden nog altijd, terwijl (bijna) niemand meer weet dat dit laatmiddeleeuwse stuivers waren waarop een griffioen, een mythisch dier dat half vogel, half leeuw was, stond afgebeeld. 'Vogel Grijp zeiden ze in ons land tegen die griffioen. Een duit was het achtste deel van een stuiver.Hij zou een duit in tweeën bijten, placht m'n vader te zeggen over iemand die erg gierig was. En soms voegde hij er grom mend aan toe: hij schijt niet voor el ven! Geen rooie duit kreeg je van zo iemand, helemaal niks. Geen rooie cent, zeiden ze later ook wel cent honderd, éénhonderdste van een gulden). U snapt er geen hol van? Nou dat rood slaat op het kleine beetje koper in die munt en dat hol komt van Holland, dat vanaf 1683 op de florijn (gulden) ge stempeld werd. Met dit merkteken werd gegarandeerd dat de munt van zuiver (zilver) gehalte was. Geen hol op de munt, dat was wei nig of niets waard. Trouwens geen bal evenzo: het Franse 'balie' bete kent echt, rond, muntstuk. Pop, een bijnaam voor de gulden, verwijst naar de Nederlandse Maagd op deze munt in de periode 1682 - 1800. Daar komt óók de piek vandaan, want de dame in kwestie hield een lans piek) in haar hand. Er is, volgens Van Dale, overigens óók nog een munt geweest met de afbeelding van een man en een lans. Vandaar dat men een gulden 72

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2000 | | pagina 20