De Emigrant
Helder
d in
ge-
syna-
werd
n de
lver.
89 en
nd van
deren
ader
87 het
aaam
naast
igen
eiz.
ke dag
1 gene-
t Rijks-
3904
ït David
n soort-
5
lijksda-
,s plaats
werden
bbens.
van
elder',
uur van
april
en Hel-
enk-
der
1938.
rmklok.
6-
kar voor zijn palinghandel. Na rijp be
raad haalde Gerrit zijn kar voor 'het
Stuurrad' en onder grote hilariteit ging
Jan op zijn knieën in de kar zitten,
waarvan de deksel van het middenvak
was afgehaald, zodat Jan vrij vast zat.
Daarna kreeg hij een jasje van ome Ne-
lis over zijn schouders en stak men de
mouwen in de jaszakken en knoopte
het jasje dicht. Bij orgelman Wolff
leende men een paar manche bakjes en
zo vertrok de kar geduwd door Ver
meulen met aan weerszijden twee
'manchers' onder het roepen van 'ge
denk de ongelukkige, geen benen en
geen armen
meer' door de
Gasstraatbuurt.
Een stunt die
meer gelach
dan baat ople
verde. Met het
verdwijnen der
wilde haren
schijnen later
de familie be
trekkingen ver
beterd te zijn
buurt trok Jan naar 'het Stuurrad', waar Oranjestraat
ome Nelis Kolster met zijn gitaar hem café Staurrad.
enige nieuwe liederen bijbracht. De ke
len werden gesmeerd doch de vrouw
en de jongetjes waren inmiddels verd
wenen en met hun de kas. Gerrit Ver
meulen de palingboer, een vaste klant
van Ome Nelis, had een fraai gelakte
Jan Schar was aan het eind van de
twintiger jaren een zgn. los
werkman. Als er op haring gevist
werd was hij een vletterman en
na die periode was hij opperman
en voorzag hij de metselaars van
specie en stenen. In de bouw werd in
die dagen zwaar gediscussieerd over
werk met hoge verdiensten ten behoeve
van de opkomende olie-industrie op
Cura^ao. Zo trok Jan met een troepje
metselaars mee naar de zgn. 'Goud-
klus'. Jan kwam uit een zeer nette fa
milie, alle zusters waren op één na ge
trouwd. Deze thuisblijver was een ge
dreven Heilsol
date, die haar
moeder op
haar wenken
bediende. Jan
was een lief
hebber van een
borreltje en
zeer muzikaal,
speelde accor
deon en zong
hierbij niet on
verdienstelijk.
De eerste tijd
dat Jan in het
buitenland ver
bleef was er
enig contact,
maar toen Jan
introk bij een
gescheiden
vrouw met
twee jonge kin
deren was het met de tolerantie van het
familie bestel gedaan. Jan keerde terug
naar Nederland en trok met vrouw en
twee jongetjes, gekleed in matrozen
pakken met accordeon en slagwerk al
zingend door de straten en plaatsen
waar het kermis was. Zo ook in Den
Helder. Zijn familie hield zich ver weg
en doof. Tot de zaterdag ging het goed,
toen ontdekten de overburen van mevr.
Schar dat er een drum en enige zetels
voor hun deur waren gezet en jawel
hier installeerde zich de 'Jan Schar
band' geheel in keurige matrozenpak
ken. Na enige kermisdeunen nam Jan
de megafoon om het destijds befaam
de: 'Moeder ik kan je niet missen' en
het: 'Het is hier zo stil om me heen', te
zingen. Moeder en zuster Schar zaten
verstard in het achterhuis en reageer
den niet. Volgens insiders wist alleen
Jan dat hij voor zijn ouderlijk huis
stond te zingen. Na een rondgang in de
J.L.M.
37