- met stalen thuis bezocht. Wel
bleef hij een of twee keer per week
naar Den Helder gaan, vooral om
dat hij redacteur van 'De Storm
klok' was, het maandblad van het
Dorus Rijkers fonds. Rossy volgde
een cursus secretaresse bij het In
stituut Schoevers en kreeg, na een
klein jaar op een advocatenkantoor
gewerkt te hebben, per i september
1938 een baan bij Philips in Eind
hoven. Isaac ging naar de universi
teit met de bedoeling apotheker te
worden.
Tijdens en na de oorlog
Zo was de situatie bij het uitbreken
van Wereldoorlog II in mei 1940,
die ook voor dit gezin rampzalige
gevolgen zou hebben. Isaac werd
vlak voor het voltooien van zijn doc
toraalscriptie weggevoerd en kwam
op 12 augustus 1942 in Auschwitz
om het leven.
Rossy werd met andere joodse
werknemers van Philips uit Eind
hoven weggevoerd en heeft, na eni
ge tijd in Auschwitz verbleven te
hebben, de oorlog overleefd omdat
zij te werk gesteld werd bij Telefun-
ken in Reichenbach. Haar onmis
baarheid als arbeidskracht voor de
Duitse oorlogsindustrie heeft haar
leven gered. Ze trouwde in 1947
met de heer E.W. Froehling, een
deskundige op het gebied van hui
den en leer. Hun werd in maart
1949 een zoon geboren. Na de
dood van haar man in 1994, is
mevr. Rossy Froehling-Grunwald
in Eindhoven blijven wonen. Toen
Levy Grunwald en zijn vrouw in
Amsterdam aan de beurt waren om
gearresteerd te worden voor depor
tatie, zag de daarmee belaste colla
borateur - waarschijnlijk een lid van
de speciale (N.S.B.-) politie-eenheid
- in hun voorkamer de foto hangen
van Levy met Dorus Rijkers bij het
graf van de Onbekende Soldaat in
Parijs. De man bleek een groot be
wonderaar van Dorus Rijkers te
zijn. Hem werd al snel de belangrij
ke rol van Levy voor de zeeredders
duidelijk en hij heeft de procedure
op gang gebracht voor plaatsing
van Levy en diens vrouw op de zgn.
Barneveld-lijst. Deze lijst, zo ge
noemd naar kasteel De Schaffelaar
in Barneveld, vrijwaarde een aantal
joden - het zijn er in totaal ongeveer
640 geweest - voor deportatie om
dat ze zich op een of andere manier
verdienstelijk hadden gemaakt voor
de Nederlandse samenleving. Op
deze wijze zou een joodse elite niet
gedeporteerd en omgebracht wor
den, aldus werd gesuggereerd. Er
werden in Barneveld lezingen ge
houden door wetenschappers, jood
se leden van het Concertgebouwor
kest concerteerden, enz. Levy en
zijn vrouw werden niet in het Kas
teel zelf gehuisvest maar in de villa
De Biezen, elders op het kasteelter
rein. Niet alleen was het kasteel zelf
al spoedig vol met zeer vooraan
staande mensen, welgestelden, in
tellectuelen, e.d., maar De Biezen
was ook bestemd voor meer 'een
voudige' mensen, zoals leraren,
musici, e.d. Er waren afzonderlijke
slaapzalen voor mannen en vrou
wen. Rossy heeft in het voorjaar
van 1943 kans gezien haar ouders
daar nog enige malen in een week
end te bezoeken en bleef er dan ook
overnachten om 's zondagsavonds
per trein naar Eindhoven terug te
keren met een valse 'reisvergun
ning'. Aan die bezoeken kwam een
eind toen dit niet langer verant
woord werd gevonden door degene
die de vergunning 'verstrekte'. De
groep Barneveld-joden is ten slotte
uiteraard - in het licht van de
'Endlösung' - toch nog overge
bracht naar Westerbork en met een
der laatste transporten doorge
stuurd naar het concentratiekamp
Theresiënstadt. Hoewel dit geen
vernietigingskamp was, waren de
leefomstandigheden er toch ook
meer dan ellendig. Niettemin heb
ben Levy en zijn vrouw hier de be
vrijding mogen beleven.
Bij hun terugkeer in Nederland
bleek hun algauw dat ze, met hun
dochter en enige familieleden,
waaronder een viertal nichtjes die
ondergedoken waren, nagenoeg de
enige overlevenden waren van de
hele familie: alle anderen waren
omgebracht in de concentratiekam
pen en gaskamers van Auschwitz
en Sobibor. David, de oudste broer
van Levy, was echter al voor de oor
log in Den Helder overleden. Ook
de familie van Levy's vrouw, mevr.
S. Grunwald-Witmond, afkomstig
uit Monnickendam en onderwijze
res van beroep, had heel zware ver
liezen geleden. Zo was dan vrijwel
de gehele familie Grunwald in Den
Helder in korte tijd weggevaagd
door de Shoah. En helaas was dit
niet alleen het lot van de familie
Grunwald, maar ook van bijna alle
bekende joodse families in de Hel-
derse samenleving6. Het is niet
overdreven te zeggen dat er nauwe
lijks overlevenden van de joodse ge
meenschap hier waren en zij, die
de ramp overleefden, vonden er
dan ook niets van het voor-oorlogse
joodse reilen en zeilen terug. Zelfs
hun synagoge aan de Kanaalweg
was er niet meer: ze was met de
overige bebouwing aan deze weg
en van heel Oud Den Helder op last
van de Duitse bezetters afgebroken
om schootsveld te scheppen voor
hun AtlantikwalP.
Levy Grunwald en zijn vrouw gin
gen weer in Amsterdam wonen.
Het verlies van hun zoon heeft op
hun verdere leven begrijpelijk een
heel zwaar stempel gedrukt. Rossy
kan zelfs zeggen: 'Ik geloof dat
mijn moeder eigenlijk nooit meer
echt heeft kunnen lachen'. Maar
toen zij en haar man in maart 1949
een zoon kregen, heeft deze klein
zoon haar ouders wel wat opge
monterd. Levy heeft na 1945 nog
wel contact met Den Helder gehou
den - hij kwam er zelfs nog regel
matig -, in tegenstelling tot zijn
vrouw. Vooral met het reddingswe
zen bleef een sterke band bewaard.
Toen hij in januari 1955 70 jaar
werd, kwam een deputatie van het
Helden der Zeefonds hem een Ko-
32