derd werd. Meer naar achteren vin
den we de keuken en het 'zitver-
blijf van de 'vader en moeder', die
het toezicht op bewoners en tehuis
hadden.
Door een achterdeur bereikte men
de werkplaats, waar enkele ambach
ten uitgeoefend werden door de be
woners. Ledigheid is immers des
duivels oor kussen. De overledenen
konden tijdelijk ondergebracht wor
den in een afzonderlijk lijkenhuis
je. Het tot aan de Gasstraat lopende
erf omvatte een bloemen- en een
moestuin. De bewoners verbouw
den daar de benodigde aardappelen
en groenten.
Via een trap kwam men op de twee
slaapzalen, een voor de mannen en
een voor de vrouwen. Er stonden ij
zeren ledikanten. Boven was ook
het slaapvertrek van de 'vader en
moeder', alsmede een ziekenzaal
tje. Voorts een toilet en de wasgele
genheid. Aan een lange zinken bak
konden de bewoners zich daar was
sen.
Huisregels
In juni 1930 werd een nieuw huis
houdelijk reglement voor het Oude-
liedenhuis van LNV vastgesteld. De
'vader en moeder', inmiddels om
gedoopt tot 'huismeester/es', waren
'aan het Bestuur en het College van
Dames Regentessen verantwoor
ding verschuldigd voor den goeden
gang van zaken en de orde in de in
richting'. De verpleegden, zoals de
bewoners toen genoemd werden,
'zijn aan de huismeester/es gehoor
zaamheid verschuldigd en verplicht
de aan hen opgedragen werkzaam
heden uit te voeren zonder aan
spraak op eenige belooning. Tevens
moeten zij elkander zooveel moge
lijk hulp en bijstand verleenen'. Ze
moesten ook hun kleding en ge
bruiksartikelen (ik neem aan bed-
degoed en eetgerei) zindelijk hou
den.
'Zonder toestemming mag geen
der verpleegden het gebouw verla
ten, terwijl ieder om 7 uur des
avonds binnen behoort te zijn'. Op
woensdag- en zondagmiddag
mochten de bewoners bezoek ont
vangen. 'Overtreding of verzet te
gen de bepalingen kan bestraft wor
den met inhouding van de weke
lijkse uitkering (zakgeld?) of met
huisarrest van 1 tot hoogstens 4 da
gen'. Roken was verboden in de
gangen en op de slaapzalen, 'terwijl
de binnenshuis gebruikte tabakspij
pen van doppen moeten voorzien
zijn'. De bewoners mochten ge
schenken of versnaperingen aanne
men, maar het gebruik van sterke
drank was verboden.
Leegstand
Honderden Helderse ouderen heb
ben hun laatste jaren in dit tehuis
aan de Jan in 't Veltstraat doorge
bracht. Tot vlak na het bombarde
ment van 24 op 25 juni 1940. De
toenmalige bewoners werden ver
volgens ondergebracht in de ge
meente Zijpe en in de Zaanstreek.
De laatste 'vader en moeder' waren
vanaf april 1934 Poulus de Waard
(1889-1970) en W.C. de Waard-
Gladpootjes (1894-1957), een soci
aal bewogen echtpaar volgens Ver-
mooten, dat de bewoners liefdevol
verzorgde.
Zoals gezegd kwam het tehuis in
1940 leeg te staan, maar in 1947
kreeg het een nieuwe bestemming.
Toen namelijk kwam het galva
nisch bedrijf van A.P. van Dijk (la
ter de firma Blansjaar) in het pand.
Noten
Gus van Heusden, Uit de geschiede
nis van Den Helder afl. 319 (Held.
Courant jaren 50);
Marinus Vermooten, Terugblik afl.
240 (Held. Weekblad jaren 80
2) L.F. van Loo,'Den arme gegeven...'
Een beschrijving van armoede, ar
menzorg en sociale zekerheid in
Nederland, 1784-1965, Meppel/Am-
sterdam 1982,1987, p. 72, 86/87.
Statuten en huishoudelijk reglement,
vastgesteld te Helder 30 december
1890.
Zie voor nadere gegevens mijn arti
kel in Levend Verleden ne jrg.
(1998), nr. 2, p.36-38: Briefwisseling
(1875-1916) rond het Louise gesticht
aan de Jonkerstraat.
L.F. VAN Loo
40