bereiken door onder meer werkver schaffing (inclusief bemiddeling bij werkgevers), geldelijke hulp in de vorm van renteloze voorschotten (maximaal 100) of losse giften aan direct hulpbehoevenden en het bevorderen van onderwijs voor kin deren uit behoeftige gezinnen (er was tot 1901 nog geen leerplicht). Voorts streefde LNV Den Helder naar samenwerking met de andere armenzorginstellingen, geldinza melingen bij buitengewone ram pen of strenge koude en het tegen gaan van bedelarij. Uitdrukkelijk vermeldden de statuten dat LNV werkte 'met volkomen eerbiediging van de godsdienstige gevoelens der ondersteunden' en dat zij hare hulp verleende 'zonder eenig onder scheid van gezindte'. Bejaardenzorg Van meet af aan onderkende LNV bestierde pand overvol en liet vooral de slaapgelegenheid veel te wensen over. LNV besloot toen om zelf een ruim oudeliedenhuis te gaan stichten. De weduwe Janzen, van de rijke aanne mer 4), stelde hiertoe een stuk grond aan de Jan in 't Veltstraat ter beschikking. Een leuke start, maar de geschatte bouw- en inrichtings kosten beliepen vijfduizend gulden. Daarvoor werd een obligatielening uitgeschreven. Middels een adver tentie in de lokale kranten werd be kend gemaakt dat tot 1 augustus 1893 vijftig 3,5% rente gevende obligaties van 100 verkrijgbaar waren. Ieder jaar zouden twee van de vijftig afgelost worden. Ze wer den vrij vlot verkocht en dat was ook niet zo vreemd, want het be stuur van LNV Den Helder bestond uit tamelijk gegoede lieden met ka pitaalkrachtige relaties. het belang van zorg voor de oude ren. AOW en pensioenregelingen bestonden nog niet en velen had den weinig of niets kunnen sparen voor hun oude dag. Oud was veelal gelijk aan arm. Vooral degenen die alleen kwamen te staan en die niet meer voor zichzelf konden zorgen hadden een groot probleem. Ze konden, via LNV, terecht bij het echtpaar Molenaar in de Oude Hel der. Maar al snel werd het door hen Jan in 't Veltstraat. Teleurstelling Bij de openbare aanbesteding op 24 augustus 1893 bleek echter dat de laagste inschrij ver, D. de Vries, 500 gulden boven de geraamde 5000 zat. De teleur stelling was groot, hoe nu aan die vijfhonderd gulden extra te komen? Er werd een bijzondere ledenverga dering afgesproken. De leden kre gen de vraag voorgelegd: óf eenvou diger bouwen (dat wil zeggen weg laten van de ruime droog- en werk- zolder) óf ƒ500 zien te begaan. Die eerste optie sprak de leden niet aan en dus moest er extra geld ko men. Het bestuur diende zich, per circulaire, tot de inwoners van de stad te richten. Om nog eens in de buidel te tasten. Dan zou het ge bouw toch nog in de loop van de winter gereed kunnen zijn. 'In het belang der oudjes, die nu op meer primitieve wijze onder dak zijn ge bracht'. In dat schrijven aan de bur gerij werd ook fijntjes opgemerkt dat als het tehuis er niet zou ko men, 'de oude mensen door middel van bedelarij in hun onderhoud moeten voorzien'. Gemeentebestuur ligt dwars Maar het gemeentebestuur gaf geen toestemming om, met inte kenlijsten, die nog benodigde 500 bijeen te bren gen. LNV moest maar een andere oplossing bedenken. En zo ge schiedde: de 800 le den en donateurs werd, weer via een ad vertentie, gevraagd ie der ƒ0,625 bij te dra gen. Dat deden ze en ook een openbare ver koping bracht nog wat op. Dus kon de bouw van start. Toch met enige vertraging, want de opening was eerst in de lente van 1894. Interieur Hoe zag het tehuis er van binnen uit? Trad men de ruime corri dor binnen, dan was er rechts een zitkamer met tafels, stoelen en een ladenkast voor de (weinige) privé- bezittingen (zoals tabak en snoep goed) van de bewoners. Ieder had een eigen lade, wat ook wel nodig was want niemand had een eigen kamertje. Links beneden was de be stuurszaak waar maandelijks verga- 39

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1999 | | pagina 11