Bonifacius doopt een bekeerling (links), rechts de moord op Bonifacius. Deze miniatuur uit het Sacramentarium Cregorianum is de
oudst bekende afbeelding die op Bonifacius betrekking heeft. Vervaardigd te Fuida omstreeks 975. Domschat, Fulda.
Bijzonder hoog stelde Karei geeste
lijke ontwikkeling. Geleerden en
kunstenaars vonden een gastvrij
onthaal aan zijn hof; kerken, kloos
ters en scholen werden door hem
gesticht ter verhoging van de
beschaving. De geleerde Angelsaks
Alcuin werd een invloedrijk raad
gever van de keizer en het middel
punt van het geestelijk leven aan
het hof. Einhard, de bekende
geheimschrijver (secretaris) van
Karei, heeft later het leven van zijn
vereerde vorst Carolus Magnus
(Karei de Grote) beschreven. Zo
staat het in het overbekende leer
boek voor schoolmeesters 'De ont
wikkelingsgang der Historie' van
Dr. E. Rijpma uit 1925 en zo onge
veer vertelde onze onderwijzer ook
over hem. En omdat het een chris
telijke schoolmeester was gaf hij
wel heel duidelijk aan dat Karel's
grootste verdienste de bevordering
van het christendom was. Gelukkig
had Karel's grootvader Karei Mar
tel, Karei de Hamer, al een begin
gemaakt. Die had eerst in 732 de
islamitische Arabieren bij Poitiers
(Zuid-Frankrijk) in de pan gehakt
en vervolgens twee jaar later de
Friezen in de slag aan de Boorne
(Friese Middelzee) verslagen.
Zodoende konden de zendelingen
Bonifatius en Willibrord rustig
hun zegenrijk werk doen. Hoewel,
zo rustig nou ook weer niet, want
Bonifatius werd in 754 bij Dokkum
vermoord. Maar dat was ten oosten
van Boorne en ook nog een beetje
een bedrijfsongeval veroorzaakt
door enkele heethoofden want de
meeste heidense kustbewoners
waren toen eigenlijk wat blij met
het evangelie, de blijde boodschap.
Zij werden immers verlost van hun
angsten voor allerlei goden en
godinnen als Thor (Dinsdag),
Wodan (Woensdag), Donar (Don
derdag) en Frija (Vrijdag)? Zelfs de
legendarische Friese koning Rad
boud (Redbad) had zich bijna laten
dopen, vertelde onze meester.
Alleen toen hij hoorde dat hij na
zijn dood niet bij zijn (heidense)
voorouders in het Walhalla zou
vertoeven, had hij er op het laatste
moment van afgezien.
Woud Zonder Genade?
Maar God had de koning der Frie
zen niet nodig om orde en rust te
brengen in de Lage Landen aan de
zee. 'In de tijd nu, waarin Willi
brord in Rome was voor de Bis
schopswijding (696), vielen in
Holland de bomen van het grote
Woud Zonder Genade in één nacht
voor het grootste deel om door een
krachtige wind en een aarbeving.
Toen deze heilige man dus terug
gekeerd was, dacht hij terstond
toen hij de toestand in ogenschouw
nam, dat deze was teweeggebracht
door de bijzondere gratie Gods,
Die wilde dat dit land tot Hem zou
komen uit de dwalingen van de
onwetendheid.'
Aldus de Kroniek van Johannes
Leydis (1485-1494), maar ook ande
re laat middeleeuwse bronnen,
waarvan het zogenaam Gouds Kro-
niekje (circa 1440) de oudste is.1
De bedoeling van de middeleeuwse
auteurs is duidelijk: het optreden
van de door God gezonden Willi
brord maakt een einde aan de
L