worden zonder dat daar toe, door
den Burgemeester verlof gegeven
is, kunnende de toelating tot plaat
sing derzelven in het bebouwde
gedeelte der Gemeente nimmer
plaats hebben, dan onder de bepa
ling, dat zoodanige hooischelven of
hooibergen, even als die bergplaat
sen van hooi en stroo met een
behoorlijke wel voorziene houten
weeg omschoten, van boven met
dakpannen bedekt en van binnen
met kalk bestreken zijn.- Ook zul
len zij zoo veel mogelijk nagaan of
omtrent de bergplaatsen van riet,
stroo, spaanders, mot, zaagsel, tak
kenbossen en alle andere brandbare
stoffen, wel de vereischte maatrege
len van voorzorg genomen worden,
en bij contrarie bevinding de noodi-
ge kennisgeving daar van aan de
plaatselijke policie doen toekomen.
Art. 7.
Heeren Wijkmeesteren zullen
behalven op de voorz. artikelen ver
melde punten, een waakzaam oog
houden op alles wat in hunne wij
ken mogt voorvallen en het welk
naar hun oordeel met de goede orde
strijdende mogt zijn; van zoodani
ge, alsmede van alle buitengewoone
gebeurtenissen, zullen zij, naar den
aard der zaken onmiddellijk aan
den Burgemeester kennis geven, op
dat naar gelang van omstandighe
den tijdig genoeg, de vereischt wor
dende maatregelen van voorziening
zouden kunnen genomen worden.
Art. 8.
De plaatselijke Bode en beambten
van policie, zijn gehouden om op de
aanvraag van Heeren Wijkmeeste
ren tot het verleenen van adsisten-
tie, in een of andere voorkomende
omstandigheid, de noodige hulp en
bijstand te verleenen, onder gehou
denheid, om van het door hun ver-
rigte, aan het hoofd der plaatselijke
policie, mededeeling te doen.
Aldus gearresteerd in de Vergade- De BURGEMEESTER en
ring van Burgemeester en Asses- ASSESSOREN voornoemd,
soren van den zevende September
1800 twee en dertig. JIN 'T VELT
In kennisse van mij
C JONG KEES,
Secretaris.
ingezonden mededeling
Naar aanleiding van het maart
nummer van ons blad Levend Ver
leden wil ondergetekede toch graag
even het een en ander opmerken.
De straatnamenlijst van ca. 1850
was mij al meer dan 15 jaar geleden
bekend. Ik was toen zelf al gestuit
op de door de heer Rens Schende-
laar genoemde groep van stukken.
Mijn eerste werk was toen bedoelde
stukken te kopiëeren. Deze kopieën
werden in een mapje in de kluis
opgeborgen naast de stelling waarin
de oude bevolkingsregisters (vanaf
1850) stonden. Uiteraard kon dhr.
Schendelaar dat ook niet weten.
Vandaar zijn aanvankelijke vreugde
iets aangetroffen te hebben waar
naar al lang was gezocht. Tussen
twee haakjes merk ik op, dat de
afdeling Burgerzaken ook gebaat
zou zijn bij e.e.a. Het was dus niet
'de straatnamenlijst, waar historici
en archivarissen al zo lang om ver
legen zaten'. Al heel lang bestond
de hoop dat we nog eens zouden
stuiten op uitgebreide lijsten met
namen van straten mét huisnum
mers. De toen jaarlijkse volkstelling
(van 1889) eiste kennelijk een der
gelijke plaatselijke aanduiding. Het
ging toen om een omzetting van
wijkletters met huisnummers naar
straatnamen met (nieuwe) huis
nummers. De oude aanduiding was
dus niet voldoende duidelijk. In de
tijd vóór 1889 kwamen combinaties
van straten namelijk voor. U leest
bijvoorbeeld op blz. 83 van Levend
Verleden van dit jaar al iets hier
over. De Smits- en Breestraat zaten
bijvoorbeeld in wijk E met 65 woon
huizen e.d. op één doorlopende
nummering. In wijk O (de huidige
Visbuurt) betrof het feitelijk de hele
toenmalige bebouwing van die
buurt. Het is jammer dat de
gemeente zélf geen stukken meer
heeft betreffende die volkstelling.
Toch moeten er toen (1889) lijsten
van alle straten geweest zijn over
deze komplete omzetting. Natuur
lijk heb ik zelf daar destijds ook al
naar gezocht doch nooit iets derge
lijks aangetroffen. Dat zou een goed
beeld hebben kunnen geven over de
juiste aanduidingen. Wat nog wel
aanwezig is, is een groepje stukken
over de zgn. wijkmeesters. Meestal
waren dat zgn. gezeten burgers die
voor een dergelijke functie in aan
merking kwamen.
L.P. Obbens
Bron:
Gemeentearchief Den Helder.
Archief 1815-1900,
inventarisnummer 18