5 niëstraat, dus genoemd naar den man, die daar de eerste woningen deed bouwen, met geld, dat hij met goudzoeken in Californië bijeen vergaard had. Aan het bovenstaan de kan nog worden toegevoegd de Loodsgracht, die haar naam ontving naar de zeeloodsen die, van Texel Florastraat, later Torenstraat. naar hier overgeplaatst, op de toen nog onbebouwde gronden aldaar, woningen deden aanbouwen. Naar vroegere en tegenwoordige gebou wen, enz. werden de navolgende straten genoemd: de Walvischstraat naar een huis, in welks gevel een walvisch was afge beeld; de Zwaanstraat naar een cafë, de 'Witte Zwaan' genaamd; de Kolensteeg naar een groot steenko- lenmagazijn, op de plek waar nu de school van den heer Vastenou is te vinden; de Artilleriestraat en de Brakkensteeg naar de barakken der Artillerie, nu bestemd tot berging van oorlogsmateriëel; de Louises- teeg naar de nabijgelegen Louise- batterij, thans Mortier-batterij; de Oostslootstraat naar de sloot, daar vroeger aanwezig; de Looiersteeg naar de voormalige leerlooierij, ter plaatse waar nu de heer P. Schagen zijn woning en magazijn van brand stoffen heeft; de Jodensteeg, waarin vóór 1837 de Synagoge der Israëliti sche gemeente alhier te vinden was; het Molenplein, oudtijds het terrein van den houtzaagmolen van den heer L. Den Berger; de Telegraaf- steeg, in de nabijheid waarvan vroe ger het Telegraafkantoor gevonden werd; de Doksteeg, aldus genoemd in de dagen toen daartegen over HANDLEIDING, volgens welke de WIJKMEESTERS van den HELDER C.A. zich zullen te gedragen. Te ALKMAAR bij Herms. COS- TER, Stads-Drukker. 1832. Art. 1. De Wijkmeesters zullen uit de zooda- nigen der Ingezetenen gekozen worden, die niet minder dan vier achtereenvolgende Jaren met er woon in deze Gemeente gevestigd zullen geweest zijn, en die bij het Gemeente Bestuur, door hetwelk zij benoemd worden, als de vereischte hoedanigheden, daartoe bezittende, bekend zijn. Zij zullen deze bedie ning gratis moeten waarnemen. Art. 2. Heeren Wijkmeesteren zullen zoo veel mogelijk letten, of zich in hunne wijken, van elders komende persoonen met er woon vestigen en bij ontdekking daarvan, aan den Burgemeester kennis geven, ten einde de zoodanigen in de registers der Ingezetenen te kunnen doen opnemen, en opdat geene personen zich alhier zouden vestigen, die bij de plaatselijke regeering onbekend zouden zijn. Art. 3. Zij zullen een waakzaam oog hou den op de voldoening aan de bestaande verordeningen ten aan zien van het schoonhouden en het uitwieden der straten, en stegen, en riolen in hunne wijken, en toezien dat aldaar gene mestvalen zonder geschikte omheining geplaatst wor den en bij ontdekking van overtre ding, daar van aan den Burge meester kennis geven. Art. 4. Bij ontdekking dat Schoorstenen, Kagchelpijpen, of bak - ovens in hunne wijken, niet met de vereisch te voorzorgen zijn daargesteld, of het een of ander ter voorkoming van ongelukken, te wenschen over ig laten, zal de Wijkmeester onmid dellijk de nalatige tot reparatie moe ten aanmanen en daarvan aan de plaatselijke policie behooren verslag te doen. Art. 5. Heeren Wijkmeesteren zullen toe zien, dat in hunne wijken, geene gebouwen, percelen, lootsen of opstallen geheel of gedeeltelijk wor den gesloopt, af of uitgebroken, zonder autorisatie van de plaatselij ke regering. Indien zich in de een of andere wijk, bouwvallige woningen, huizen of lootsen bevinden, die zoo voor het algemeen als voor de bewo ners of belendenden, gevaarlijk zijn geworden, zullen zij daarvan aan den Burgemeester kennis geven op dat de noodige maatregelen van voorziening zouden kunnen wor den daargesteld. Art. 6. Zij zullen toezien dat in hunne wij ken geene hooischelven geplaatst

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1999 | | pagina 5