96 van vice-admiraal Mitchell en de landingstroepen werden gecom mandeerd door luitenant-generaal Sir Ralph Abercrombie. Op 15 au gustus voegde de Britse Noordzee- vloot onder admiraal Lord Duncan zich bij de invasievloot en na een week van veel storm, ging de vloot op de 22e augustus ongeveer vijf mijl van de rede van Texel voor an ker. Het was de bedoeling daags daarna met de landingen te begin nen, maar nieuwe stormwinden verhinderden dit. Alarm in Wieringerwaard 'Den 26ste Augustus des voormid dags circa n uren', aldus Albert Jansz. Kaan in zijn dagboek, 'wierd in de Wieringerwaard alarm gesla gen door de tamboers van het 2e en 3e battaillons der 5de halve brigade, welke battaillons daarna direkt van hier naar de Groote Keet vertrok ken, alwaar de Engelsche vloot toen nabij den wal ten anker ging liggen Kaan, Quak en Jacob Wai- boer zijn toen te paard naar het strand bij Abbestee, even ten noor den van Callantsoog, een kijkje gaan nemen. Voor zover hij zien kon lagen er '170 schepen, welke al len barkassen of sloepen achteraan hadden'. "Er zeilde en roeide ook vele sloepen van het eene naar het andere schip'. De landing bij Groote Keeten 'Den 27ste Augustus 's morgens ten half 4 uuren hoorde men alhier een zwaar kanonschot, welke kort daarna nog achtervolgt wordt met drie andere schoten en toen een aanhoudend schieten achtervolgt met zwaar geschut en houwitsers hetwelk tot 6 uren duurde, begin nende alstoen met muskettenvuur met groote hevigheid daaronder'. Inderdaad was 's ochtends om drie uur het bevel tot ontscheping gege ven en zevenduizend Engelsen wa ren, beschermd door kanonneerbo ten met een zeer geringe diepgang, naar de kust geroeid en tussen Groote en Kleine Keeten aan land gezet. Nadat de op het ongeveer tweehonderd meter brede strand aanwezige Bataafse troepen onder hevig vuur van de kanonneerboten, zich in de duinen teruggetrokken hadden, voerden de Engelsen een perfecte landing uit. 'Het scheen alsof de landingsvaartuigen aan el kaar gekoppeld waren en eene vast brug van de vloot af tot aan het strand toe uitmaakten; nimmer zag men meer orde en betere uitvoe ring', aldus de Bataafse luitenant kolonel C.R.T. Krayenhoff. De eerste gevechten De Bataafse legeraanvoerder Daen- dels, die zijn hoofdkwartier in Schagerbrug had, beschikte in to taal over zesduizend man. Onge veer midden tussen de Groote en Kleine Keeten stond het tweede ba taljon van de vijfde halve brigade Bataafse infanterie onder comman do van luitenant-kolonel Van Her- bich ook wel: Herbig, zevenhon derd man sterk. Meer naar het noorden stond het duizend man sterke eerste bataljon jagers onder bevel van luitenant-kolonel Gilquin, versterkt met twee eskadrons cava lerie en enkele artilleristen. In de Wieringerwaard lag het overblijven de deel van de vijfde halve brigade onder bevel van kolonel Crass, acht tienhonderd man sterk. Deze troe pen konden het gevechtsterrein vrij gemakkelijk bereiken via Oudesluis en Groote Keeten. Tenslotte lagen bij Schagerbrug nog vier eskadrons cavalerie en een compagnie rijden de artillerie. Al met al zouden onge veer zesduizend man aan de strijd tegen het invasieleger kunnen deel nemen, maar dat gebeurde niet. Toen de Engelsen ongeveer twee duizend man op het strand hadden, drongen ze de duinen in en stuit ten ze op het bataljon vijandelijke jagers. Overste Luck sneuvelde al gauw en zijn mannen vluchtten in paniek. Hoewel het bataljon van overste Van Herbich te hulp schoot waarbij een hevig gevecht ontstond, weken na het sneuvelen van Van Herbich ook diens troepen terug in de richting van Groote Keeten. De Britten zetten aanvankelijk geen achtervolging in, maar consolideer den hun positie op het strand, waarna de rest van de divisie aan land werd gezet. Inmiddels was ko lonel Crass met achttienhonderd man op het gevechtsterrein aange komen. Hij deed een hevige aanval en boekte enige terreinwinst, maar hulp vanuit het noorden, waar kolo nel Cilquin zich met tweeduizend man bevond, bleef uit. Wat was er gebeurd? Toen de in de buurt van de Kleine Keeten geposteerde troe pen de vluchtende manschappen van overste Luck op zich af zagen komen, hadden zij zich in het moe rassige Koegras 'teruggetrokken'. De andere eenheden van kolonel Cilquin, hiervan niet op de hoogte, bleven werkeloos in Huisduinen en Den Helder. Kolonel Crass moest zich tenslotte richting Groote Kee ten terugtrekken. De verliezen wa ren ontzettend: veertienhonderd man aan doden en gewonden. De Bataafse troepen retireren Albert Kaan noteerde over het ver loop van die dag o.m.: 'Ten 9 uren kwam uit de Groote Keet een offi cier met een wagen om vlees te ha len voor de Bataafse troepen. Kort daarna kwamen verscheidene mili tairen van het meer gemelde 2e ba taljon alhier aanlopende zeggende: onze arméé in volle retraite was en dat de Engelsche sterk avanceerde'. Dat bericht bracht grote onrust. Kaan liet zijn 'vrouw en kinderen aan boord van Dirk Schipper bren gen, welke met zijn schip aan de steiger lag voor de Nieuwe Sluis.' En hij vervolgt: 'om tien uren kwa men verscheidene wagens met gek-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1999 | | pagina 8