94 met zoodanige lelijke commissie (boodschap) tot ons te moeten ko men, namentlijk de Municipaliteit van Wieringerwaard op het drin- genste te moeten gelasten de meer gemelde mansschappen nog dezen middag toe doen inbilletteeren. Waarop door de President wierd ge antwoord, dat door de Municipali teit was beslooten, zulks niet te zul len doen en zijlieden gemelde be- sluyt alsnog bleven persisteeren. Waarop de Lt. Colonel zig zeer te onvreede heeft betoondt met te zeg gen: Zij zullen geinbiljeteerd wor den en ik vrage Uw nogmaals of gij zulks zuldt doen of niet. Waarop door de President geantwoord wierd: Wij zullen 't niet doen. En toen werd door hem gezegd dan zal ik het doen en de President zegt: Gij kunt doen wat Uw goeddunkt, maar alles zal voor Uwe verant woording zijn. De Lt. Colonel hier op zeer vertoornd wordende, viel uyt in verscheydene hatelijke uit drukkingen en scheldenderwijs en gaf te kennen, zijn Volk dan, wan neer zij niet geinbeljetteerd wier den, moesten bedelen of van Hon ger smagten; waarop door de Presi dent aan hem wierd gezeyd, dat reeds daarvoor was gezorgt, alzoo er onder goetvinden bij minnelijke schikking met lden lcommanderen- de Officier Arensma gratieuselijk ten behoeve der Manschappen was gegeven door de Minicipalieteit 204 kilopond brooden 60 kilopond kaas: de Lt Colonel viel driftig uit: 'Mijn volk heeft lang genoeg kaas en brood gevreeten, zij willen nu wel eens wat anders hebben waar op de President: Nu wij zullen 't niet anders doen als de wet ge bied en Wij doen reeds al meer ten overvloede. De Lt Colonel zegt: Ik reken die Wetten niet, die die ge maakt hebben zijn reeds niet meer in dienst enz. De President: of Gij de wetten erkendt of niet, dat kun nen wij niet gebeeteren, zoo lang dezelfde door 't tegenwoordig be stuur niet worden ingetrokken ofte gealtereerd zijn wij onsens bedun kens verpligt als regenten dezelve in alle opzigten te obiedeeren. Na nog eenige discussieeren met de anderen hierover gemaakt te heb ben gebiet de Lt Colonel dat alhier direct op 't Raadhuys zullen com- pareeren, van iedere Compagnie 3 gewapende soldaten en 2 onderoffi ciers, dewelke zonder permissie ge- vraagt te hebben ook immediaat in volle monteering met de bajonet op de snaphaan ter Raadkamer zijn ge- compareert en nadat dezelve een weynig tijds in het gelid alzoo daar hebben gestaan door de Lt. Geor donneerd de geweeren af te zetten. Toen bij al dit wapengekletter en bedreigingen ons bestuur echter niet van idee veranderde en weder om te kennen gaf niet te zullen wij ken en geen inbiljetteering te zul len toestaan, wierd door de Lt. Co lonel aan de manschappen gezegd: Houdt Uw maar stil en gaadt maar vredig in de caserne, ik zal wel ma ken dat gijlieden binnenkort bij de burgers wordt geinbiljetteerd.' Nogmaals gingen Albert Kaan en Willem Quak naar de generaal om van het gebeurde verslag te doen. Daar mochten ze vernemen volko men juist gehandeld te hebben. Leveranciers aan de militairen In het archief zijn nog diverse afre keningen aanwezig waaruit blijkt dat de inkwartieringen niet alleen maar negatieve gevolgen hadden. Diverse ingezetenen verrichtten schoonmaakwerkzaamheden tegen een dagloon van 15 stuivers voor en deden leveranties aan de militairen: turf 100 stuks voor 1.-., kaarsen 0.8.8. per kilo, wollen dekens 14.15.-, Vlaams linnen 0.8.- per el, stro 2.- per honderd bos hooi 20.-.-. per duizend kilo, haver 4.17.- per zak en levensmiddelen brood, kaas, bier. Daarnaast wordt er vaak een beroep op de boeren ge daan om tegen vergoeding paarden, wagen en voerman ter beschikking te stellen voor het transport van goederen bagage, brood, vlees of zieken naar Medemblik, Hoorn, Alkmaar of Den Helder. Ook zijn er rekeningen van naailoon zes la kens voor 3.12.-. wasloon voor la kens, matrassen enz. De vergoe ding voor het 'in de kost hebben' van een dragonderspaard was meestal drie stuivers per dag die van de dragonder in de periode vóór de 'kazerne' er was drie gul den per week. Ook elders in de Noordkop, zowel in de Zijpe als in Huisduinen/ Den Helder had men als in de jaren vóór de invasie begon last van in kwartiering van Bataafse en Franse militairen. En ook daar werden Oranje gezinde uitlatingen van de zogenaamde Prinsgezinden abso luut niet getolereerd. Dus alle leu zen ten spijt: niks vrijheid, gelijk heid en broederschap. De Patriot ten waren nu de baas, gesteund door de Fransen. En daar zouden de Prinsgezinden, gesteund door de Engelsen en zelfs door de Rus sen wel eens even een einde aan maken. Tsaar Paul II was bereid voor een invasie 17.500 man te le veren tegen betaling van 88.000 Engelse ponden ineens en nog eens 44.000 voor iedere maand dat dit leger lijfeigenen in Britse dienst zou zijn. De invasie Reeds op 25 juni 1799 schreef de doorgaans goed geïnformeerde "Gazette de Leyde' dat de minister van oorlog in het Britse parlement had verklaard een expeditie naar het vasteland te willen onderne men. De minister deelde tevens mee dat de Russische bondgenoot daartoe reeds een leger op de been gebracht had. Op 2 juli berichtte de 'Gazette' dat in Portsmouth en an dere havens met de grootste ijver aan een invasievloot onder bevel van de generaals Abercrombie en Stuart gewerkt werd en dat de in-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1999 | | pagina 6