Abercromby keerden zonder over eenkomst vanaf het Marsdiep te rug. Story en de Helderse garni zoenscommandant Gilquin gaven niet toe. De Engelse beraamden een plan maar durfden het niet aan om de kustbatterijen aan te vallen, zodra het weer het toeliet zouden zij landen in de rug van de stelling, tussen de zuidelijke stranden van Huisduinen en Callantsoog, buiten bereik van het geschut van de kust verdediging. Uiteindelijk werden op 27 augustus onder het zware ge schut van de Britse schepen de Ba taafse troepen uit elkaar gejaagd die én in de smalle duinenrij én achter de Zanddijk hun posities hadden ingenomen. Toen de Bataven en Fransen al gauw een grote over macht tegenover zich zagen staakte de bevelhebber het gevecht om zich in de Zijpe terug te trekken. Tevens gaf hij de Helderse commandant, kolonel Gilquin, order de Mars diepdorpen te ontruimen na verna geling van het geschut. Gilquin en zijn troepenmacht verlieten Den Helder op de grootst mogelijke af stand van de 'Engelse' duinstreek en Zanddijk af, ver achter de nollen en pachthoeven langs, over zwin nen en kreekjes, door het moeilijk begaanbare moerasachtige gebied van de Schootervlakte en het Bui- tenveldt. 's Nachts om twee uur kwamen zij vanuit Den Helder in de Zijpe aan. De eerste slag was voor de Engelsen en Den Helder werd zonder slag of stoot op 28 au gustus bezet. De Bataafse vloot kon niet veel meer doen dan uitwijken naar het zeegat de Vlieter bij Wie- ringen. Daar moest Story zich over geven, na een Oranje-muiterij op de vloot omdat de bemanning wei gerde tegen de Engelsen te vechten. Op het Marsdiep en in Den Helder veroorzaakte de invasie een grote drukte, voortdurend kwamen troe pen- en vrachtschepen aan, met proviand en zelfs paarden voor het invasieleger. Op het vaste land volg den dagen van spanning, maar de door Engeland vurig gehoopte Ba taafse opstand bleef uit. Ondanks verwoede pogingen van de uit En gelse ballingschap afkomstige Erf prins Willem Frederik van Oranje Nassau, die per schip vanaf het Duitse Emden naar Den Helder kwam en daar van 7 september tot 13 oktober verbleef. Tijdens die pe riode verbleef hij in het kustdorp 'alhier ten huijsen van Herwerden, schout civiel bij het gemeente be stuur' 34. Het gevolg van dat verblijf was dat vele hooggeplaatste lieden naar Den Helder afreisden en daar de Erfprins bezochten en met hem overleg voerden. Zij waren aanhan gers van de Stadhouderlijke partij, door de Bataven ook wel Oranje Emigranten genoemd. Dat waren onder andere: 'den berugte Graaf Bentinck van Rhoon, den Generaal van Byland, baron Bentinck adju dant van de gewesene Stadhouder, den baron van Heerd zig noemen de commissaris van de Stadhouder, de drie gebroeders Fagel' 35. Het waren mensen in hoog aanzien met (voormalige) hoge functies, zij waren trouw aan het Oranjehuis en verbleven de jaren vóór de invasie voor hun eigen veiligheid veelal in het buitenland of bij de Erfprins. Het huis van Cornelis van Herwer den én het post comptoir (posthuis) van de postmeesteres Maria Hoog land waren dus dé ontmoetings plaatsen waar besprekingen werden gehouden 36. Een derde ontmoe tingsplek in het dorp was het 's Landshuis bij Antje Berger. Daar verbleef ook Hendrik van Straalen, tot 1795 nog secretaris van de Ge committeerde Raden. Van Straalen stond in Den Helder op goede voet met de Erfprins, zo heeft hij 'onse gereformeerde predicant versogt of gelast om voor de Erfprins te pree- ken welke gemelde predicant ook gedaan heeft. Dog den Erfprins was niet in de kerk en die man is onge lukkig genoeg geweest om aan den oranje klanten, welke hier waren in meenigte, geen genoegen te geven, dog ik heb hem niet gesproken dus weet geen reden van het ongenoe gen maar vertrouw dat hij niet ge noeg geijverd heeft voor oranje' 37. Het waren niet alleen hooggeplaats te Nederlanders die tijdens de herfstmaanden van 1799 naar Den Helder reisden, Hertog Frederik van York, de 2e zoon van de Engel se koning was ook in het Marsdiep dorp 38. Maar het was niet voldoende, on danks dat vanaf 13 september de eerste Russische versterkingen voor de gevechten in Noord-Holland ar riveerden en de troepen uiteindelijk uitgroeide aan het einde van die maand tot een Engels-Russisch le ger van zo'n 44.000 man, (de Rus sen vormden onder de nieuwe re gering van Tsaar Paul Petrowitz sinds 29 december 1798 een coali tie met de Engelsen om gezamen lijk de Franse hegemonie in Europa te bestrijden). Het heeft de Erfprins én de Engel sen niet geholpen, er werd door hen zelfs niet één beslissende slag gewonnen. Want de Engelse-Russi sche legers waren tijdens hun veld tocht in Noord-Holland in het na deel door wanorde, het slechte weer, ziekten en weinig of geen aanvoer van voedsel en andere voorraden uit de haven van Den Helder, en niet onbelangrijk: hun grote onbekendheid met het ter rein, Uiteindelijk gaven de grote verlie zen op 6 oktober tijdens de slag bij Castricum de doorslag waarna de Russen en Engelsen zich op 7 okto ber moesten terugtrekken tot ver naar het noorden tot in de Zijpe. De Bataafse en Franse legers had den de slag gewonnen en na het Verdrag van Alkmaar op 18 oktober begon op 22 oktober de evacuatie. Op 19 november verlieten tenslotte de laatste vijandelijke troepen de Bataafse Republiek. De Erfprins had verloren, hij zou de regering in de veroverde gewes ten gaan organiseren, ja, wat zou 123

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1999 | | pagina 35