u én
raai én
?reep
ïicipa-
dderse
varen
m aan
sloep
de wal
:ier na
ge-
m te-
fregat
id en
;e-
aet
vroeg
aog
parte
avond
eeren
geren
•nieur-
ing van
met
pas-
het
het be
regen
n de
statie
iofd-
bren-
i Den
rat van
0 au-
verd
llough-
zich
kt en
•n van
scheen
nen
elven
en' 2Ö.
de
1 de En-
iden
:ge-
ed
De landing van de Engelsen bij Caliantsoog op 27 augustus 1799.
De invasie
Augustus 1799, de landsbestuur
ders van de Bataafse republiek za
gen met zorg de toekomst tege
moet, zij wisten van een invasie en
konden niet meer doen dan de
vlootbewegingen van de Engelsen
volgen. Als in de loop van augustus
de geruchten sterker worden wijst
het Departementaal Bestuur in Alk
maar alle omliggende dorpen nog
maals op hun verantwoordelijk
heid, want er worden door 'onbe-
zonne aanhangers van het Stadhou
derschap allerhande valsche ge
ruchten verspreid om hun gelief
koosde Stadhouder zyn verlaten ze
tel weder te zien beklimmen' 27.
De onrust onder de bevolking nam
verder toe, vooral toen de agent van
marine opdracht gaf dat de
scheepsroeren van alle vissers en
schippers ingeleverd moesten wor
den. De kans bestond namelijk dat
de bemanningen gevangen geno
men zouden worden door de Engel
sen en dan onder dwang in de zee
gaten als loods moesten dienen.
Daarbij werd aan alle Noord-Hol
landse dorpen en steden verzocht
om zo spoedig mogelijk in hun ge
meenten vrijwilligers te engageren
die met paarden om kunnen gaan,
zoals voerlieden en drijvers van de
artillerie paarden 28. Ten tijde van
de invasie ging het Bestuur zelfs
over tot het werven van oudere bur
gers die ooit de wapenen hadden
gedragen om een Departementale
Gewapende Burgerwacht op te rich
ten 29.
Toen, op 13 augustus, zeilde Lt. ge
neraal Ralph Abercromby uit met
12.000 man vanaf de Engelse kust.
Abercromby 65 jaar oud en gebo
ren in Schotland, werd beschouwd
als hun beste generaal. Op de 14e
kreeg hij bericht van Adam Dun-
can, de bevelhebber van het Engel
se eskader in de Noordzee, dat Den
Helder maar zwak bezet was, én
dat de overmeestering van de Ba
taafse vloot vermoedelijk zeer mak
kelijk in zijn werk zou gaan. Ver
volgens konden de troepen van
daaruit met een veldtocht richting
de hoofdstad marcheren met als
doel de inname van Amsterdam.
Na krijgsraad, waarbij Abercromby
de bevoegdheid had naar omstan
digheden te handelen, werd beslo
ten tot de aanval op Den Helder,
dus op het noordelijk deel van de
Noord-Hollandse kust. Ondertus
sen had de kustbevolking van de
Noord-Hollandse dorpen de ge
ruchten van de naderende vloot ge-
121