voor anker onder commando van Admiraal Samual Story (1752 -1811), hij werd daar, met zijn ruim 4300 veelal Oranje-gezinde bemannings leden, door kruisende Engelse schepen opgehouden. De Engelsen waren vóór inmenging en reken den op de Oranje-gezindheid van de bevolking, op de Bataafse strijd krachten en zeker op de medewer king van de bemanning van de vloot. Deze Oranje-gezindheid peil de men door heimelijk in de Repu bliek binnen te dringen en daar contacten te leggen, en zo te onder zoeken wat er onder het Hollandse volk leefde. Zo wisten de Engelsen dat de Hollanders, althans de Prins- gezinden, een eigen regering wil den. Het was hun ook bekend dat zij niet op al te actieve Hollandse medestrijders moesten rekenen en invloedrijke Nederlanders weiger den al vooraf, op grond van gevaar voor eigen leven, om na een Engel se overwinning de leiding over de grote steden over te nemen. Ja, de Hollanders waren bij lange na nog niet vergeten dat vanaf 1780 (uit breken 4e Engelse Oorlog) onze kust bijna voortdurend werd ge blokkeerd door een Engelse scheep smacht die de handel en visserij vrijwel onmogelijk maakten en té gen de Fransen zijn wil nog niet zeggen vóór de Engelsen. Later zou blijken dat dit alles de Engelse inva sie fataal is geworden. Spionage op het Marsdiep Toch bleven de Engelsen volhar dend, uiteraard uit eigen belang, want de angst voor Frankrijk als Europees en koloniaal heerser was groot. Hun plannen kregen vaste vorm, zo zou men tijdens de inva sie, na de te verwachten scheeps- muiterij, de Bataafse vloot naar een Engelse haven zeilen. Zij wisten ook van het gevaar van het geschut van de Helderse kustverdediging. Daarentegen werd van bevelhebber Story weer weinig verzet verwacht. Al deze kennis van de situatie ter plekke berustte op geheime infor matie die voor de Engelsen van on schatbare waarde was en die, zoals later bleek, op brutale wijze werd verkregen. Zo kwam het dat het De partementaal Bestuur op 20 juli 1799 in een geheim stuk aan het bestuur op Texel en Den Helder schreef dat 'twee Engelsche dames, zoo men zeide de vrouw en dogter van den Engelsche Admiraal Rod- ney voor eenige tijd op de Helder zouden zijn geweest en aldaar gelo- geert hebben, dat dezelve een vaar tuig hadden doen afhuren, om haar naar Engeland over tevoeren, dat zij zich niet alleen eenige tijd aan boord zoude hebben bevonden bij den commandant der Rheede van Texel, den schout bij Nacht Story, maar door zekere Pieter Duinker zoude zijn gebragt aan boord van den Engelschen Admiraal Duncan, voor Texel kruisende' 24. Was dit verzonnen, waren het "Oranje" ge ruchten, was het allemaal waar ge beurd...? Jacob Bakker van de Hel derse municiplaiteit ging tot een grondig onderzoek over. Maar hij wist er eigenlijk al van, hij wist van de Oranje-gezinden, hij wist ook dat het voorval waar kon zijn en re aliseerde zich te laat dat hij en vele anderen door schijn misleid waren. Bakker hoorde Pieter Duinker die de vrouwen over het Marsdiep voer. Een saillant detail daarbij was dat Duinker de schipper was van 's Lands Adviesjacht, een Bataafs schip! Hij sprak ook met Pieter Ma- nicus, de kastelijn van logement Zeeburg, die hem vertelde dat de vrouwen 'tien a twaalf dagen bij hem waaren gelogeerd geweest zijnde met hun vieren, een moeder, 2 dogters en een camenier'. Bakker zal het schaamrood op zijn kaken gehad hebben toen hij op 29 juli 1799 het Departementaal Be stuur moest schrijven dat de vrou wen 'echte' paspoorten van het gou vernement aan kastelijn Manicus lieten zien toen zij zich bij hem in schreven voor hun verblijf in zijn logement. Maar waren zij nou én familie van de Engelse admiraal én spionnen.... Jacob Bakker begreep inmiddels wel dat én de municipa- liteit én de Fransen in het Helderse garnizoen door de vrouwen waren misleid. Het voorval zette hem aan het denken, zoals die Engelse sloep die op 23 juli 's morgens aan de wal is geweest 'waar uijt een officier na het camp bij Huijsduijnen is ge bragt en vervolgens weederom te rug' om daarna naar 's lands fregat Ambuscade te worden geroeid en daar enige tijd aan boord is ge weest. Of ook dit voorval bij het Gouvernement bekend was, vroeg Bakker zich af, maar er was nog meer, schreef hij aan het Departe mentaal Bestuur, want in de avond van 21 juli jl. kwam in het Heeren Logement een onbekende logeren die zich uit gaf voor een ingenieur officier in dienst van de Koning van Denemarken. Toen de maire met de dienstdoende majoor zijn pas sen visiteerde bleek dat ze in het Frans waren geschreven. Na het be studeren van zijn papieren kregen zij argwaan en waarschuwden de garnizoenswacht die tot arrestatie overging en hem naar het hoofd kwartier in Alkmaar liet overbren gen 25. De municipaliteit van Den Helder heeft er nooit meer wat van gehoord. Wel kregen zij op 10 au gustus een resolutie waarin werd gewaarschuwd voor Elias Willough- bij, ook bekend als Willij, die zich uiterst verdacht heeft gemaakt en om diverse redenen een spion van het Engelse Gouvernement scheen te zijn. Wanneer hij zich binnen uw departement bevind 'dezelven dan dadelyk te doen arresteren' 2<L Nog geen maand later volgde de goed voorbereide invasie van de En gelsen op de stranden ten zuiden van Huisduinen en dat moet ge zegd: zij waren bijzonder goed geïnformeerd! 120

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1999 | | pagina 32