n9
van de Huisduinerkerk en de rei
zen van de predikanten werden niet
meer gedaan I2. Op 7 mei 1795 wer
den middels een vrijwillige inteke
ning bij de burgers de eerste gelden
opgehaald, het was het begin van
de vele collectes voor de bodemloze
militaire put, voor de vele beno
digdheden als kleding, wapens en
uitrusting. Berichten aan de com
missie van inkwartiering als 'dat al
hier op aanstaande dinsdag zoude
arriveren dertig man cavalerie en
woensdag 5 compagnie Bataafse in
fanteristen om alhier te cantone
ren' waren heel gewoon. De in
kwartiering trok diepe sporen in
het gezinsleven van de burgers, ter
wijl Franse commandanten het
dorpsbestuur confronteerden met
de order 'dat hij aanschrijving van
de Franse representant Richard had
ontfangen dat de troupes bij de bur
gerij gebilletteerd moeste worden'
'3.
De municipaliteit kreeg het zwaar
te verduren en was mét de kazerne-
meester, (de toezichthouder en be
heerder), én de inkwartieringscom
missie eigenlijk alleen maar bezig
met inkwartieringszaken. Deze uit
zes man bestaande commissie or
ganiseerde de inkwartiering, zij
kregen ook de klachten van de dor
pelingen. De zittings periode van
zes weken was dan ook lang genoeg
om daarna de taken aan anderen te
geven H. De aanwezigheid van een
groot garnizoen trok veel mensen
van buitenaf aan die hier hun geluk
kwamen beproeven, zoals joodse
kooplieden uit vooral Alkmaar en
Amsterdam die zich hier met hun
gezinnen vestigden. Eerst vreemde
namen als Levi, Cohen, Moses, van
Praag, Salomons, Davit, Abraham
en Polak werden heel gewoon en
zouden tot de Tweede Wereldoor
log deel uitmaken van de Helderse
burgerij *5.
Krijgsgevangenen in Engeland
De meeste gezinnen hadden door
werkzaamheden voor de militairen
nog een klein inkomen om van te
leven maar over het algemeen was
het armoe. Voor de vele gezinnen
van walvisvaarders, vissers en zee
varenden waren er weinig of geen
inkomsten. Wel het gemis in de fa
milies van de vaders en de broers,
die tijdens hun werk op de Noord
zee door de Engelse vloot waren op
gepakt en overgebracht naar Engel
se havens. Wel 200 man 16 met een
leeftijd tussen de 20 en 60 jaar,
met namen ook als Klorn, Brouwer,
Baske, Jongkees, Vroom, Walig en
Quack :7. De zonen en kleinzonen
uit roemruchte walvisvaardersge
slachten bevonden zich nu in ge
vangenschap. Zij werden als krijgs
gevangenen overgebracht naar Nor
man Cross, daar hebben sommigen
maanden en anderen zelfs jaren
vastgezeten. Te lang voor gezinnen
die van onderhoud verstoken ble
ven. Als de toestand voor de krijgs
gevangenen in Engeland en hun fa
milie in Nederland zó zorgelijk
wordt besluit de Eerste Kamer van
de Bataafse volksvertegenwoordi
ging op 10 oktober 1798 uiteinde
lijk haar goedkeuring te geven en
mogen de municipaliteiten van Eg-
mond aan Zee én van Huisduinen
en Den Helder een grote collecte
houden l8. In Den Helder werden
Gerrit Adriaan en Pieter Riekels,
Maarten Roodt en Luijt Brant, Aar-
jen Klaasz Rijkers en Frans Oom
door het bestuur aangesteld om de
collecte in de Bataafse Republiek te
lopen voor 'onse ongelukkige inge
zetenen welke door den vijand in
Engeland krijgsgevangen zijn ge
maakt'. Boven de akte stond 'Voor
noodleijdende', daaronder de
plaatsnamen van heel West Fries
land, de Schermer, de Beemster en
zuidelijker zelfs de Vechtstreek, tot
Amersfoort en Utrecht met hun
dorpen. Er werd gecollecteerd en
gereisd, op 13 november 1798 lie
pen Maarten Root en Luijtje Brant
in Muiden r9. in die zelfde maand
liepen Aarjen Klaasz Rijkers en
Frans Oom in Amsterdam te collec
teren. Zij schrijven vanaf hun Am
sterdamse logeeradres het 'Witte
Paard' naar Den Helder dat zij bin
nen een termijn van vier weken
niet meer dan vijfhonderd gulden
mogen ophalen, dat was voor die
tijd een groot bedrag. Dat de Am
sterdammers vrijgevig waren bleek
uit de dagopbrengsten van circa
30,00 20In februari 1799 werd
de opbrengst verdeeld waarbij de
helft via de ontvanger generaal van
de marine bij de krijgsgevangenen
in Engeland terecht kwam. De an
dere helft ging naar hun 'agterge-
bleven vrouwen, kinderen en nabe
staanden die door het gemis van
hare mannen en vader en dus ook
van hare nering in zeer ongunstige
omstandigheden bevonden' 21In
het voorjaar van 1799 mochten de
krijgsgevangenen weer naar huis,
niet geheel toevallig in de periode
dat de Engelsen hun invasie aan
het voorbereiden waren en baat
hadden bij een hun gunstig ge
stemd Nederlands volk. Voor min
stens één inwoner uit het vissers
dorp kwam de vrijlating te laat,
Klaas Schaaf22 overleed in gevan
genschap, een jaar nadat zijn vrouw
én kind op de begraafplaats van
Den Helder waren begraven 23.
Engels optimisme
In het jaar 1799 namen de Engelse
plannen concrete vormen aan om
de Fransen door middel van een
grootscheepse invasie ons land uit
te jagen en de Bataafse Republiek
te hervormen. Het Huis van Oranje
zou weer terugkomen. Immers in
dat jaar voerden de Franse bevel
voerders oorlog aan de Boven-Rijn,
oorlog in Zwitserland en oorlog in
Italië, daarbij waren hun 25.000
man in de Bataafse Republiek nog
lang niet allemaal aanwezig. Boven
dien lag op de Reede tussen Texel
en Den Helder de Bataafse vloot