AFBEELDING 6
zijn door mij of anderen zover ik
weet niet meer gedaan in Huisdui
nen. Wat nog wel door mij buiten
Den Helder is gevonden op de zo
geheten slaperdijk tussen Camper
duin en Groet, is een ovale bolle
koperen plaat (afb. 5) met het num
mer 31 erin. In het boekje over de
Russisch-Engelse invasie wordt be
schreven hoe het 31e regiment van
de Engelsen in 1799 op de slaper
dijk heeft gevochten. Deze koperen
plaat zat op de bandeliers waar ze
elkaar op de borst kruisten.
Een vriend van mij heeft een zilve
ren embleem (afb. 6) gevonden,
vermoedelijk van een Russische
militair uit 1799. Hij trof deze aan
op een bloembollenland, gelegen
tegen de duinenrij bij Egmond aan
de Hoef. Dit zijn zover de vondsten
die bij mij bekend zijn.
Dan nog iets over de achtergrond
van de voorwerpen. Want feitelijk
zijn het stille getuigen van een
reeks historische gebeurtenissen.
Het was n juni 1983. Ik had al
ruim een jaar een metaaldetector,
waarmee ik voornamelijk wat Wil-
helminamunten en provinciaal geld
had gevonden. Ik probeerde steeds
een voorstelling te maken hoe vroe
ger de duinomgeving eruit gezien
moest hebben. Zo kun je bepalen
waar redelijkerwijs veel of weinig
mensen zijn geweest en dus of er
veel of weinig vondsten gedaan
kunnen worden. Mijn oog viel op
een uitloper van de duinen, waar
van ik me herinnerde er nog niet
eerder te zijn geweest. Ik noem dit
het duitenveldje. Het waarom
wordt later in het verhaal wel duide
lijk.
Ik zette mijn detector aan en begon
te zoeken. Na enige tijd vond ik een
duit uit 1768 van Overijssel even la
ter gevolgd door een duit uit 1786
van de stad Utrecht. Een leuk stek
kie dacht ik, na deze twee vondsten.
De kwaliteit van de munten was
ook nog zeer goed. Verder vond ik
die dag een aantal musketkogels,
een versleten
duit uit de zuide
lijke Nederlan
den en een zin
ken cent uit
1941. Ik had een
klein stukje afge
zocht, wie weet
wat ik de volgen
de keer zou gaan
vinden?
Die volgende
keer was al een
week later. Ik
vond die dag twee duiten uit 1762
en eentje uit 1793 van Zelandia, een
versleten duit waarvan het jaartal
niet meer te lezen was. Wat ik me
nog goed herinner, was dat ik in
een uitgegraven konijnenhol die
dag een zilveren schilling uit 1785
van de stad Mecklenburg vond,
nog wel van een mooie kwaliteit
ook. Iets verderop vond ik drie ova
le gespen (afb. 7), op elkaar gesta
peld in de grond.
Het mooie hiervan was dat ze nog
nooit waren gebruikt. Dit zag je
goed omdat ze nog zo gaaf waren.
Na een verblijf van 200 jaar in het
relatieve droge duinzand zitten er
nog zelfs papierresten op de ges
pen, wat waarschijnlijk als verpak
kingsmateriaal heeft gediend. Na
enige onderzoek is naar voren ge
komen dat de drie gespen tot een
setje behoren, die aan de draagriem
van de musket zaten.
De daaropvol
gende keer vond
ik zelfs een ver
sleten zilveren
roosschelling uit
de 17e eeuw,
twee duiten uit
1791 en een duit
uit 1767 van de
stad Utrecht,
drie duiten uit
1754,1767 en
1784 van Gelder
land, een duit
uit 1794 van Zelandia.
Ik bleef natuurlijk dit stuk duinge
bied bezoeken. Op een dag kreeg ik
in