redenen leek het gewenst geen aan
val van Brune op de slecht verde
digbare stellingen rond Alkmaar af
te wachten, doch terug te gaan tot
achter de sterke Zijpestelling. Maar
op deze terugtocht moest onvermij
delijk een totale evacuatie volgen.
Want het zou onmogelijk zijn bin
nen het beperkte gebied van de Kop
van Noord-Holland het leger te voe
den en onderdak te geven. Op 14
oktober begonnen dan ook te Alk
maar de onderhandelingen over
een capitulatie die op 18 oktober
werden geparafeerd en op de ne
gentiende bekrachtigd. Op die dag
ging een wapenstilstand in. Den
Helder werd onbeschadigd terugge
geven. De Anglo-Russen kregen tot
30 november 1799 gelegenheid tot
embarkeren. Achtduizend Franse
en Bataafse krijgsgevangenen wer
den uitgewisseld.
Roofzucht
Uit het dagboek van Kaan komt
duidelijk naar voren dat de lan
dingslegers snel demoraliseerden:
Den 13e oktober wierd er veel koey
en, schapen, vee uit de Zijpe naar
het Buitenveld (Koegras) wegge
voerd. Eene Jakop Kikkert welke
zijn koeyen niet goedwillig welde
overgeven wierd door de Engelse
dieven doodgeschoten en die in
zijn huis niet alles wilde overgeven
wierd met zijn bajonet daartoe ge-
drijgt (gedreigd) en genoodzaakt.'
'De vijanden wierden hoe langer
hoe astrander', verzuchtte hij een
dag later. Dat het om ordinaire roof
van ongedisciplineerde troepen
ging blijkt onder meer uit het vol
gende: 'Den 15de 's morgens 9
uren kwamen 4 Engelschen met
gelaaden geweren welke van Jan
Veen 6 koeyen met 7 schapen, van
Dirk Breed 39 schapen en van de
weduwe Arjen Kooy 28 (schapen?)
uit het land haalden, dog door mooi
praten en het geven van eenig geld
aan de voorens (aanvoerders) kreeg
Jan Veen zijn 6 koeyen weder terug
De schapen moesten mede naar
hun kwartier, dat bij de Weduwe
Cornelis Kooy aan de Slikkerdijk
was. Namiddags wierd door een
troep roofbende groot 22 man mijn
schapen ook uit de wijde (weide)
gehaald, dan alzoo deselve geen ge
weren bij zig hadden, wierd door
mij, Willem Quak, Thijs van Eeten,
Jan Schaar en zijn knecht beslooten
hun te attakeren (aanvallen), het
welk hun ook geschieden, met dat
succes dat wij hun de schapen ont
weldigden en eenige hunner welke
zig verdedigde braaf afklopten, la
tende drie hunne hoeden na, welke
als buit in onze handen vielen en
gingen alle vloekende en schelden
de lopen zo hard ze konden.'
Vergraving van de Noorderdijk
Behalve duidelijke ongeregeldhe
den als roof en plundering, kreeg
de schout óók nog te maken met
door de militaire overheden gere
geld optreden waarmee hij zich on
mogelijk kon verenigen. Op 16 ok
tober zag Kaan tot zijn schrik dat
'de Engelse 2 gaten dolven in onze
Noorddijk, zijnde het een 28 voeten
wijd en ter diepte van het dagelijks
watergetij latende slegts een dam
van 6 voet wijd en 8 voet hoog in
het midden van het gat staan, om
in geval van reteratie ons polder in
een ooggenblik te kunnen inunde
ren, zoodat we alhier alles tot vlug
ten gereed moest houden 'Den
28ste ondernamen wij het om de
dijk te herstellen, doch werden
door de Engelse daarin verhindert.'
Den 7 November ondernamen wij
weder een poging om onze zeedijk
te herstellen dan den 8sten wierd
het werkvolk door een officier met
eenige soldaten weggejaagd en wij
moesten nog langer in deze gevaar
volle omstandigheden verkeren.
Gelukkig hadden wij daaggelijks
Zuidelijke winden en dus laag wa
ter. Want een kleine noorderstorm
had voorzeker onze gehele polder
doen overstromen.
Den 9dito wierd door ons dijksbe-
stuur een commissie na den Her
tog van York gezonden, welke in de
Zijpe zijn hoofdkwartier nog had,
om was het mogelijk de herstelling
van onze zeedijk te bekomen. Deze
commissie slaagde gelukkig in hun
onderneming en bekwamen con
sent van de voorm. Hertog, waarna
(wij) direkt zooveel volk aan het
werk zetten als men maar zetten
kon, zoo dat in zeer korten tijd de
dijk hersteld wierd'.
In het polderarchief bevindt zich
een nota, gedateerd 16 januari,
groot f 3484,2,- 'wegens geledene
schade voorgevallen in de Wierin-
gerwaard door het engelse leger we
gens het afbreken van brugge(n) en
het doorsteken van wege(n) en deyk
en bo(e)semkade voorgevallen in de
maanden september en october
r799 een bedrag dat overigens ge
ring is in vergelijking met de overi
ge totale schade aan huisraad en
vee f 27.986.7.-.
Inkwartiering
Aanvankelijk verbleven de bezet
tingstroepen niet in de Wieringer-
waard zelf. Kaan schrijft n.1. dat er
dagelijks gestolen werd 'bij ieder
waar zij iets konden bekomen, zo
dat het begin van iedere dag kom
mer en zorgen baarden en men
naar den avond verlangde vermits
de Engelse in de nacht alhier niet
kwamen.'
Op de 17e oktober echter kwamen
'60 dragonders aan de Barsinger-
weg welke hun intrek namen bij
Dirk Braven, Jakop Volder, Corn.
Stins en P. Geel en aldaar stalen zo
veel zij konden Twee dagen la
ter 'wierden in de huizen aan de
Slikkerdijk Engelse ingequartiert.
Jan Schorel kreeg een troep van de
zelve aan zijn huis welke bijna alles
roofde wat voorhande was. Bij Dirk
Breed quam mede een roofbende,
dog wier aldaar weggejaagd.'