98 veronderstelde dat Daendels ver sterking zou hebben gekregen, maar de Franse troepen arriveerden pas zes dagen later, op 2 septem ber, te Haarlem. Op 30 augustus verliet Daendels de Zijpe en trok zich terug achter de lijn Averhorn- Alkmaar. De Bataafse vloot Het Texelse eskader, bestaande uit elf grote en middelgrote liniesche pen met een gemiddeld aantal stuk ken van zevenenvijftig en een be manning van in totaal 4400 man, bevond zich in de Vlieter. Toen schout-bij-nacht Story tot een aan val over wilde gaan, werd de ammu nitie echter overboord gesmeten, werden de Bataafse vlaggen en wimpels naar beneden gehaald en kreeg Story van de Oranjegezinde bemanning te horen 'dat zij ver doemden te vechten en ook niets tot het gevecht gereed wilden ma ken'. De wanhopige Story besloot daarop zich met al zijn officieren krijgsgevangen te verklaren 30 augustus. De boeren geprest Albert Kaan vermeldt over de dagen na de landing slechts dat zijn vrouw en kinderen de 29e weer thuis kwamen, nadat ze 'ruim 3 et malen in angstvolle bekommering op zee doorgebracht hadden in het vooronder van het schip'. Namens 'kolonel Kras' werden eerst woens dagavond vijftig en daags daarna nog eens tweehonderd manschap pen opgeroepen 'om bruggen op te breken en batterijen op te werpen'. 'Een gedeelte dier manschappen kwam dien zelfde avond weder te rug'. Hij deelt vervolgens mee dat de Bataafse armee de 30e augustus 's morgens vroeg zich uit de Zijpe terugtrok en dat 'de rest onzer gere- quireerde manschappen toen ook terugkwamen, alsmede enige wa gens en paarden welke van de 26e af in dienst waren geweest'. Oranje boven? 'In de nacht tusschen den 30 en 31ste werd alhier de vrijheidsboom omver gehakt en weggehaald. Den 31ste voormiddags ten n uren kwam alhier Jacob Kat van de Oude Sluis hebbende een groote oranje- strik op zijn hoed, zeggende door een Engelse officier welke met ee- nige militairen aan de Oude Sluis gekomen was, gelast te zijn om met de meeste spoed al de manschap pen in de Wieringerwaard te pres sen, om opgebroken bruggen te herstellen, en de batterijen te sleg- ten Met andere woorden, de bruggen die de polderbewoners enige dagen geleden in opdracht van het Bataafse leger vernielden, mochten ze nu weer herstellen en de schansen die ze opgeworpen hadden mochten ze nu weer slech ten Maar toen ze in Oudesluis kwamen was er niemand om ze aan het werk te zetten en omdat er geruchten gingen dat de Fransen in opmars waren, werd hen aangera den hun oranje maar weer af te doen: 'ze keerden zonder oranje naar de Wieringerwaard terug'. De volgende dag, zondag 1 september, kwam Jacob Kat 'andermaal de ge- heele burgerij (halen) uit hoofde dat het werk de voorige dag niet ge maakt was'. Velen gingen heen, sommigen raakten ook inderdaad in de Zijpe aan het werk. Engelse verkenners Op 2 september 's morgens ten 5 uren kwamen 7 engelse dragonders de Noorddijk langs rijden en vervol gens voorbij de Nieuwe Sluis de Twee Wegen verder af. .Dezelve schenen slegts het een en anderen maar te beschouwen, zooals om 8 uur door 8 anderen welke langs de Barsingerweg afkwamen, mede ge daan werd. Om 9 uren werd er we der 40 man gerequireerd om batte rijen voor de Engelschen te maken. Aan de Oudesluis wierd de vlag toen op de toorn gezet, alsmede te Haringhuize.' Toen de timmerbaas van de polder, W. Hopman, de 4de september vroeg of ook hier de vlag niet op de toren moest, kreeg hij 'tot antwoord dat zulks vroeg ge noeg was, wanneer door de Engel schen zulks gerequireerd wierd'. Dat er echter ook oranjegezinden waren blijkt uit de mededeling van de schout dat 'niettegenstaande het weigerende aendwoord door hem (Hopman) en noch eenige burgers de vlag op de toorn dezer gehe sen is.' Paard en wagens Kaan heeft het blijkbaar zo gelaten, hij had al problemen genoeg. Be halve dat er 'weder eenige van onze ingezetene na de Oudesluis moes ten om aan de batterijen te werken', kwam er n.1. op 5 september een bode van de Oudesluis met de or der van de Engelse commandant om opgaaf te doen 'hoeveel paar den en wagens er uit deze polder ten dienste der Engelse armee kon den geleverd worden, alsmede dat de zandschuiten direct wierden ge requireerd De Engelse legerlei ding had n.1. bij de bevoorrading zeer veel met tegenwind te kam pen, zodat men zich al snel genood zaakt zag bij de boerenbevolking van het bezette gebied paarden en wagens, voedsel, stro en hooi te 're- quireren'. De chirurgijn Willem Quak, die 'president' van de muni- cipaliteit was, ging toen zelf met de 'commissaris van oorlog aan de Oude Sluis' naar de Engelse com mandant. Dat had in zoverre resul taat dat 'slechts' acht wagens ieder met twee paarden bespannen, be nevens de zaadschuit van J. Mars en H. Oostindiën 's anderendaags 's morgens om zeven uuren aan de Oude Sluis moest zijn

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1999 | | pagina 10