Hofleveranciers
Koning Willem I
Met de terugtrekking van de Fran
se troepen na de periode 1795-
1814 bleef ons land in grote
armoede achter. Nederland was
door het Franse bestuur kaal
geplukt. De armoede en honger
waren schrijnend en alléén de
gelukkigsten hadden werk en eten.
De direct na de Franse Periode
gekroonde vorst Koning Willem 1
(van 1816 - 1840) spande zich dan
ook enorm in om de handel en de
nijverheid te stimuleren. Hij was
met recht een ware koning, een
vorst die zich het lot van zijn
onderdanen aantrok en persoon
lijk naar wegen zocht om ze een
toekomst te bieden. Door zijn toe
doen werden én de Nederlandse
Bank én de Rijksmunt opgericht
en in Noord-Holland liet hij het
Noord-Hollandskanaal aanleggen.
Langzaam kwam het normale
leven weer opgang. Daarbij wer
den onder zijn toezicht bijzondere
initiatieven ontplooid. Zoals het
bevorderen van de kwaliteit van
producten, waarbij hij zelfs het
recht van het voeren van zijn
koninklijk wapen verleende aan
bedrijven en winkeliers die vanwe
ge hun uitmuntende kwaliteit hun
goederen aan het hof mochten
leveren. Later is deze onderschei
ding ruimer opgesteld want niet
iedereen kreeg de kans om aan
het hof te leveren.
Hofcommissie
Om in de vorige eeuw in aanmer
king te komen voor het mogen voe
ren van het koninklijk wapen en
het bijbehorende brevet van hofle
verancier moest men een aanvraag
indienen bij de door Koning Wil
lem 1 ingestelde hofcommissie.
Deze commissie richtte de vraag
aan de plaatselijke burgemeester
die zich weer door het politiehoofd
liet adviseren. Bekend is dat deze
procedures en richtlijnen door de
jaren heen regelmatig werden ge
wijzigd, en dat niet élk gunstig ad
vies van een burgemeester door de
hofcommissie van Willem 1 is op
gevolgd. Tijdens de twee jaar dat
Koning Willem 1 soeverein vorst
was (1814-1815) noemde men de
onderscheiding "Koopman des Ko-
nings". Bij zijn aanvaarding tot Ko
ning der Nederlanden verving hij
de titel in hofleverancier. De fir
ma's die op hun gevels de hofleve
rancier-borden mochten dragen,
hadden geschilderde afbeeldingen
van het wapen van het lid van het
koninklijk huis door wie het be
drijf was onderscheiden. Bekend
zijn echter ook de fraaie houtsnij
werken van het wapen en weer la
ter gebruikte men gietijzer, zink,
ijzer, en brons of aluminium. De
hofleverancier had in zijn stad of
dorp een zekere status. Ff et predi
kaat hofleverancier op het brief
hoofd of op de gevel van een be
drijf dwong zelfs respect af, het
was voor de eigenaar een bijzonde
re erkenning. Vroeger betrof de
onderscheiding vooral deftige za
ken met een dure aankleding. Nu
is dat allemaal anders. Natuurlijk
er zijn nog chique zaken, neem de
statige Maison de Bonneterie in de
Amsterdamse Kalverstraat. Maar
ook Albert Heijn is hofleverancier.
Koninklijk wapen in Den Helder
De oudst bekende Helderse hofle
verancier wordt vermeld in de Hel
derse Courant van 10 maart 1876,
toen heeft het "Z.K.H. Prins Hend
rik behaagd, den heer G.B.H. Filbri
Jr. instrumentmaker aan de Hoofd
gracht alhier, den titel te verlenen
van Hoogstdeszelfs Hofleverancier,
met vergunning om als zoodanig
het wapen van Zijne Koninklijke
Hoogheid te voeren". De oudste ge
gevens uit het gemeentearchief da
teren uit 1881, het is een schrijven
waarin de hofcommissie de onder
scheiding verleende aan Mejuf
frouw, de weduwe S.J. Groen visch-
handelaarster aan de Hoofdgracht
te Nieuwediep", daarbij werd haar
de vergunning verleend om het ko
ninklijk wapen te voeren. Op vijf
maart 1881 reikte burgemeester
Stakman Bosse haar plechtig de
verklaring uit. Aan deze fraaie on
derscheiding hield het visbedrijf
een goede traditie over want, zo
meldde de Heldersche en Nieuwe-
dieper Courant van 7 oktober 1887,
"Door de firma de wed. Groen en
Zonen, vischhandelaren-hofleve-
ranciers alhier, zijn gisteren de eer
ste najaarsbokkings, keurig ver
pakt, aan Z.M. den Koning ten ge
schenke gezonden". Vijftien okto
ber 1894 volgden zelfs twee uitrei
kingen, nu aan K. Metzelaar Azn.,
van beroep confiseur cuisinier
(banketbakker) aan de Binnenha
ven én aan P.C.G. Puinbroek, bloe
mist aan de Ruyghweg. Zij moch
ten het wapen voeren van "Hare
Majesteit de Koningin Weduwe".
Geen twee jaar later, op 10 augus
tus 1896 ontving "vleeschhouwer
84