Minder puzzelen met straatnamen
'Genaamd het Harde Gras, belend aan de dijk'
'dieven met dieven te vangen': al
rond 840 gaf Keizer Lodewijk
(zoon van Karei de Grote) enkele
Deense aanvoerders, Rorik en Har-
ald, kustgebieden in Friesland, dat
is het land tussen Weser en Zwin,
'in leen'. Erg vast zaten de heren
hier overigens niet. Rorik is een
maal door de Friezen verdreven,
een andermaal ging hij vrijwillig
weg om zijn kansen in Denemar
ken te benutten. Zijn opvolger
Godfried werd in 885 vermoord; de
Noorman Gerulf die zich in zijn
gevolg bevond werd vervolgens
'graaf in het kustgebied. Hij was
een vader van de latere 'Hollandse'
graaf Dirk I.
Literatuur
Bron: Winkler Prins Encyclopedie
(deel 23), 8e druk, 1983.
J.T. Bremer
Ogenschijnlijk een simpel stukje
papier. Maar Rens Schendelaar
was wel heel blij toen hij het vond.
En hij niet alleen. De ontdekking
van een oude stratennamenlijst, in
het kadaster van de gemeente Den
Helder, maakt het werk van Hel-
derse (amateur)historici en gene
alogen voortaan een stuk gemak
kelijker. Niet langer hoeven zij te
puzzelen op verwijzingen als
'overleden in het huis in wijk B,
nummer 50.' Eindelijk is duidelijk
welke straten en stegen met zulke
verwijzingen werden bedoeld. Bij
het kadaster waren ze er zelf ook
laaiend enthousiast over."
Schendelaar is negen jaar lid van de
Helderse Historische Vereniging
en maakt sinds januari 1995 deel
uit van de redactie van Levend Ver
leden. „Ik was altijd al geïnteres
seerd in lokale geschiedenis. Dat
heb ik waarschijnlijk van mijn
moeder. Die heeft onder andere
haar stamboom uitgezocht. Heel
boeiend. Ik besloot ongeveer vijf
tien jaar geleden hetzelfde te doen
met de naam Schendelaar. Ik ben
niet eens zover gekomen: 1740,
1750. De Schendelaar uit die tijd
was militair. En niets is zo moeilijk
als militairen traceren." In de Fran
se tijd bleef een voorvader van Rens
in Den Helder hangen. Hij trouwde
met de dochter van een comman
deur op een zogeheten Groenland-
vaarder. „Een commandeur uit een
walvisvaardersgeslacht. Dat bete
kende dat hij geld had. En grond.
Maar waar had hij gewoond? In het
stadhuis haalde de toenmalige ge
meente-archivaris Louis Obbens
een paar oude boeken uit het ar
chief. En die kon ik dus niet lezen..
Ik heb vervolgens een cursus 'oud
schrift' gevolgd. Toen lukte het be
ter."
Oude kaarten
Daardoor groeide gaandeweg zijn
belangstelling voor onder meer het
walvisvaardersdorp Huisduinen.
„Ik ging op zoek naar oude kaarten.
Reisde veel op zaterdag naar het
Rijksarchief in Haarlem om te zien
hoe destijds de dijken en landerijen
waren gelegen."
In de Helderse Courant publiceer
de Jan T. Bremer in die tijd de serie
'Oorkonden in steen.' In de hoop
behulpzaam te kunnen zijn, stuur
de Schendelaar hem wat gegevens
die hij in de archieven had aange
troffen. Wellicht kon Bremer er wat
mee? „Hij belde me vervolgens op
en moedigde me aan hiermee door
te gaan. En vooral, om het zelf op
papier te zetten, omdat er interes
sante verhalen in zaten." Schende
laar zou later zijn eigen serie in de
Helderse Courant krijgen, in dit ge
val over oude boerenhoeven.
Maar hoe kwam hij nou aan die be
faamde straatnamenlijst? Dat ver
haal begint bij een molen. De mo
len aan, hoe kan het ook anders, de
Molensloot in de Huisduiner pol
der. „Van die meelmolen heb ik
vanaf 1632 bijna alle informatie. Let
wel: bijna. Hij komt op een hele
boel kaarten voor. Maar op een
goed moment was hij verdwenen.
Waarheen? Dat gegeven ontbrak."
81