Vikingen of Noormannen?
eigenaar van de zilverschat was. Bij
zijn vertrek uit Denemarken was
hij van plan om voorlopig niet te
rug te keren, omdat hij zijn zilver
meenam. We kunnen daarom aan
nemen dat hij het plan had zich
voor langere tijd of misschien zelfs
permanent elders te vestigen. Dat
werd Wieringen, omdat hij daar
zijn rijkdom vermeerderd met wat
hij in Friesland eerlijk of oneerlijk
bijverdiend had, aan de grond toe
vertrouwde. Naar de redenen kun
nen we slechts raden: op 'dienst
reis' gesneuveld, overhaast ge
vlucht, gestorven zonder zijn ge
heim prijs te geven... We weten het
niet.' 8
Inderdaad, we weten het niet. Maar
de romanschrijver Karei van Dorp
zou het wél geweten hebben: ge
storven zonder zijn geheim prijs te
geven, want zijn zoon, zijn enige,
Rurilc, had zich toch afgewend van
zijn vader en de zijde van de chris
telijke priester gekozen. Er staat
immers geschreven: 'Wat baat het
de mens als hij de
gehele wereld wint, maar schade
lijdt aan zijn ziel?'
Literatuur
1. J.T. Bremer, het estuarium van Eg-
mond: een invalspoort voor de Vi
kingen? In: Alkmaars Jaarboekje
1971 blz. 40 - 50.
2. D. Burger van Schoorel, Chronyk
van de Stad Medemblik. Hoorn
1967, blz. 43
3. D.P. Blok, De Franken, hun optre
den in het licht der historie. Bus-
sum 1968, blz. 84
4. H. Schoorl, Zeshonderd jaar water
en land. Groningen 1973.
5. J. K. de Koek, Bijdrage tot de histo
rische geografie van Kennemerland
in de middeleeuwen op fysisch-ge-
ografische grondslag. Groningen,
1965, blz. 62.
6. K. van Dorp, Rurik Olafson.
In Zeemansleven, onder redactie
van H. Brugmans. Nijkerk, z.j.
(I939?)> blz. 11 e.v.
7. A. en H. Algra, 'Dispereert niet' -
twintig eeuwen historie van de Ne
derlanden, deel 1 (2e dr. 1946) blz.
64 - 65.
8. Jan Besteman, Vikingen in Noord-
Holland? Haarlem, 1996 blz. 26.
Vikingen of Noormannen is de be
naming voor de krijgszuchtige
Skandinavische bendes die van het
eind van de 8e tot laat in de 11e
eeuw als zeerovers en plunderaars
Europa en Rusland binnenvielen.
Oorzaken van hun plunder- en ver
overingstochten waren: de relatieve
overbevolking en de politieke on
rust in hun land van oorsprong, de
zucht naar avontuur en zeker ook
de aantrekkelijkheid van de rijkere,
zuidelijke gewesten. Daar kwam
nog bij dat de naar het noorden op
dringende Franken onder Karei de
Grote in de Skandinavische landen
als bedreigend werden ervaren. Dat
al vrij snel na de dood van deze le
gendarische keizer het Frankische
rijk in drie stukken uiteenvalt (843,
Verdelingsverdrag van Verdun)
waardoor de Vikingen alleen maar
driester werden, is een andere zaak.
Terwijl de rooftochten van de Deen
se en Noorse Vikingen voorname
lijk Engeland en de westkust van
Europa teisterden (9e en 10e
eeuw), vielen Zweedse Vikingen
Oost Europa binnen en vestigden
zich daar ook. Door de Slavische
bevolking werd de naam 'Rus' (van
daar Rusland) gegeven aan deze Vi
kingen
De aanvallen op de Britse eilanden
door Deense en Noorse Vikingen
begonnen eind 8e eeuw (793, abdij
Lindisfarne, noordoostkust Enge
land), later teisterden zij Schotland,
Ierland, IJsland (867), Groenland
(Eric de Rode), ja zelfs de kusten
van Noord Amerika (Leif Ericson,
circa 1000). De overvallen op de
Lage Landen in de periode 810-864
(Utrecht, Dorestad, Gent, Brugge)
waren vooral het werk van de Deen
se Vikingen, die met hele vloten,
bestaande uit tientallen lange,
smalle schepen (drakkar), elk be
mand met 50 a 60 krijgers tot ver
in het binnenland doordrongen. De
naam Noormannen wordt meestal
gebruikt voor de Vikingen die voor
al vanuit Zuid Engeland de zuidelij
ke kusten van het vasteland teister
den en zich zelfs blijvend vestigden
(Normandië). Tijdgenoten in de
lage landen spraken vaak gewoon
van: heidenen, rovers of piraten.
'Ascman' (=rover) was de gebruike
lijke aanduiding voor Noorman;
vergelijk: Assendelft: Ascmanned-
elf).
Niet alleen kerken en kloosters wer
den geplunderd, ook dorpen; daar
bij werden vrouwen verkracht en
ontvoerd, mannen gedood of ge
dwongen met de Vikingen mee te
vechten. Vooral het besef dat deze
piraten elk ogenblik als uit het niets
overal konden landen, joeg de kust
bewoners de stuipen op het lijf. Tot
in de vroege 11e eeuw zou de golf
van aanvallen met wisselende in
tensiteit voortduren. Veel meer dan
bidden 'Van de gesel der Noorman
nen, verlos ons Heer' en bij een
plotselinge aanval pektonnen in
brand steken ter waarschuwing en
waar mogelijk de bossen en rietvel
den in vluchten, zat er niet op. Wel
werden er pogingen ondernomen
80