78 voorkomt: "Eens op een nacht toen het stil weer was, voeren ze een grote rivier op, waar het moeilijk was om te landen en het water voor de oevers over een grote afstand on diep was. Op het land waren grote vlakten en dichtbij waren bossen; de velden waren nat, omdat het veel geregend had. Daar gingen ze aan land en lieten een derde van de be manning achter om het schip te be waken. Ze gingen landinwaarts langs de rivier, tussen de rivier en het bos. Ze kwamen weldra bij een dorp waar veel boeren woonden. Het volk vluchtte het dorp uit, het land in, waarheen het kon, zodra het de troep in de gaten kreeg, maar de Vikingen achtervolgden hen. Daarop kwamen ze bij een an der dorp en bij een derde; ieder die kon vluchtte weg. Het land was ef fen en de vlakten waren groot. Over een grote afstand waren sloten ge graven en daarin stond water. Ze hadden hun akkers en weiden (met die sloten) omgeven en op sommi ge plaatsen waren grote balken over de sloten gelegd; waar men moest passeren waren bruggen met hout bedekt. Het landvolk vluchtte het bos in 3. Een beschrijving van de Oude Rijn met "galerijbossen" links en rechts van de rivier en met dorpjes op de rivierklei? Of van het Vlie of het Marsdiep? De Zijpe/Reker mis schien? Uit schenkingsakten aan wezig in het klooster van Fulda (ge sticht door Bonifatius) weten we dat het "Maresdiep" al wel bestond in de 9de eeuw. Maar meer dan een zeeinham was het waarschijnlijk niet. De 'doorbraak' waardoor het Marsdiep via een afwateringsgeul in het veengebied ten oosten van Texel, verbinding kreeg met het Vlie vond vermoedelijk plaats tij dens de stormvloeden in de 12e eeuw (1170,1196). Ongeveer het zelfde kan worden gezegd van het zeegat de Zijpe en het Heersdiep (tussen Callinghem en HusidunajT Handelsroute noord-zuid Hoewel de Vikingen zo nu en dan zeker een poging zullen hebben ge daan via deze kustopeningen het land vanuit zee binnen te dringen, liep de handelsroute in de Karolin gische tijd noord-zuid via het Vlie, langs Den Oever en Medemblik over het Almere en door de Vecht richting Utrecht en Dorestad. Handelsroute Friesland-Dorestad in de Karolingische tijd (tekening B. Brouwenstijn). Wieringen was toen, evenals Texel, nog zeker geen eiland en terecht sprak men dan over Den Oever, daar waar Wierin gen wél aan het water lag. Op een goederenlijst van de Utrechtse Sint Maartenskerk, opgesteld omstreeks 930, maar teruggaande op bronnen uit de 8e en 9de eeuw, staat een hele reeks kustplaatsen waar kerke lijke bezittingen schade hadden ge leden door Noormannen genoemd waaronder Husiduna (Huisdui nen), Edesthorpe (Torp bij Den Helder), Pathem (Petten), Hara- qum (Hargen), Scoronlo (Schoorl) en niet te vergeten Stroe op Wierin gen met maar liefst 72 hoeven 5. Of onze onderwijzer dit allemaal wist? De romanschrijver Karei van Dorp had er wel weet van en zijn kennis verwerkt in een Noorman- nenverhaal, getiteld Rurik Olafson. Dit verhaal dat kort voor de Tweede Wereldoorlog verscheen bij Callen- bach N.V. Nijkerk in de verhalen bundel "Zeemansleven", was een tijdlang populair in de Kop van Noord Holland omdat het zich af speelde in dit gebied: "Nog een vier jaar telde Rurik Olafson toen het verzet der Friezen tegen de vreemde overheersers zich begon te roeren. In Oostrago ver moordden zij Rodulf den Deen, met vijfhonderd zijner Vikingen. Toen had Helda, die haar zoon zeer beminde en haar volk kende, Olaf Gundurson geraden weg te gaan... In twee oude Friese schepen was Olaf Gundurson, met twintig man nen die hun Jarl (aanvoerder) trouw bleven, weggezeild. Over de Bordi- ne (Boorne) door de Weserflie langs Tesla. Bij Husiduna waren ze geland, hun vee en vergaarde buit meevoerend. Geen argwaan was bij de kustbewoners voor de Friese schepen en Olaf s mannen hadden de witte handelsvlag gehesen. Scha-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1999 | | pagina 14