werd niet altijd gespeeld. Ook haal den we kattekwaad uit. In de buurt woonden mensen van allerlei slag. Sommigen waren het mikpunt van spot en plagerijen. Zo woonde bij voorbeeld in de Zwaanstraat een vrouw die nogal wat mannen op be zoek kreeg. Zij had daarom de bij naam 'Lola met de lappenbuik.' Liep het geplaag uit de hand, dan haalden de slachtoffers de politie erbij. Ook dit gaf sensatie. Was je er zelfbij betrokken en hoorde je de schreeuw 'juut', dan maakte je je snel uit de voeten, om niet opgepikt te worden. In die tijd had de politie nog gezag en was er voor haar ont zag. Wie werd gepakt, hoefde later thuis niet op mededogen te reke nen. Veeleer op straf, of een welge mikte trap onder een zeker li chaamsdeel. gespeeld. De meeste spelletjes, dus ook pruimpie, begonnen met aftel len. Het waren bekende zinnetjes, als 'iet, wiet, wijd, weg' of 'iene, miene, mutte, tien pond grutte', en zovoorts. Een andere manier was 'uitsteken'. In dat geval liepen twee jongens vanaf enige afstand voetje voor voetje naar elkaar toe. Op het laatste stuk werden ook een halve of een kwart voet uitgepast. Om standers hielden nauwlettend in de gaten of er niet werd gesjoemeld. Wie met de laatste stap op de voet van de ander kwam, had de eerste keuze. Vooral bij spelen in teamver band was het van belang wie de winnaar werd. In het geval van pruimpie kreeg na het aftellen de laatst overgeblevene deze rol toebedeeld. Hij had ook een stok. Pruimpie moest tellen: hem werd gepakt kreeg drie slagen met de stok op zijn achterwerk, moest de stok overnemen en was derhalve nu zelf pruimpie. Het spel werd vooral bij invallende duister nis gespeeld, zodat er veel moge lijkheden waren om je te verstop pen. Soms liep de knaap die pruim pie was, vlak langs je heen zonder dat hij je zag. Dat maakte het spel nog spannender. Discussies Tevoren was afgesproken tussen welke straten iedereen zich kon ver stoppen. Wanneer iemand zich bui ten het afgesproken gebied begaf en toch werd gevonden, mocht hij - meestal na felle discussies- niet meer meedoen. Voor ons lag het speelgebied tussen de Laan, de Walvisstraat, Breestraat en Har- testeeg (zie schets). Ondanks de oorlogsdreiging hadden we eind jaren 30 als kind een onbekom merde tijd. Tijdens de oorlog is de hele buurt afgebroken. De bewo ners raakten her en der verspreid. Maar ontmoeten zij elkaar weer, dan volgt vaak een blik van her kenning en komen de herinnerin gen boven. Nog even en dan zul len die verhalen alleen nog vanuit overlevering worden verteld wor den of slechts in de boeken te le zen zijn. K. Jellema Pruimpie Dit lichaamsdeel speelde ook een rol bij een spel dat typisch voor onze buurt was: pruimpie. Het werd voornamelijk door jongens tien, twintig, dertig... tot honderd. In de tussentijd maakten de ande ren dat ze wegkwamen. Op veilige afstand riepen zij 'pruimpie, pruimpie'. Pruimpie zette vervol gens de achtervolging in. Wie door SPEELTERREIN OUD DEN-HELDER IAMBACHTS SCHOOL. FRÖBEl- SCHOot 76

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1999 | | pagina 12