Briefwisseling (1875-1916) rond het Louisegesticht
aan de Jonkerstraat: weesjongens geweerd
Inleiding
Af en toe, op een regenachtige
zondagmiddag of zo, blader ik
door mijn mappen met aantekenin
gen over onze juttersstad. Pure
nostalgie. Die mappen zijn flink
gevuld geraakt in de jaren '70. Eer
stens ten behoeve van mijn docto
raalscriptie (Armenzorg in Helder
1840-1860) en vervolgens voor gro
tere plannen. Ik was namelijk in de
loop van die jaren '70 van plan om
een proefschrift te schrijven over
armoede en armenzorg in Den
Helder en Alkmaar 1850-1914.
Onder meer vanwege het goed
geordende Alkmaarse stadsarchief
heb ik me uiteindelijk op die
gemeente gericht. Dat resulteerde
in de dissertatie 'Armelui, armoede
en bedeling in Alkmaar 1850-1914'
Terug naar de mappen: onlangs
trof ik er twee velletjes aantekenin
gen in aan. Betreffende het R.K.
Weeshuis 'Louisegesticht'. Het
zijn uittreksels uit de stichtingsak
te en verdere correspondentie uit
de jaren 1875 tot 1916. Indertijd
wist ik uiteraard hoe ik er aan
gekomen was, nu niet meer. Zou
wijlen de heer Hoogenbosch er
iets mee van doen gehad hebben?
Het is zeer wel mogelijk. Helaas
kan ik het hem niet meer vragen
De stichtingsakte
Op eerste Pinksterdag 1875 biedt
Clara Louisa Margaretha Meijer,
weduwe van Johan Eilard Janzen 1),
particuliere te (Den)Helder, het
Rooms-Katholiek Parochiaal Arm
bestuur van Den Helder het volgen
de aan:
'een in de loop van dit jaar te stich
ten en geheel en uitsluitend voor
hare rekening te doen bouwen R.K.
Weeshuis voor Jongens en Meisjes op het terrein gren
zende aan het Sint Dominicus Gesticht (zusterschool,
eigendom van het Helderse R.K.-kerkbestuur, LFvL) en
dat zonder enige vergoeding, geheel in vrije eigendom
over te geven aan het kerk- of armbestuur'.
De tekeningen moesten in overleg met pastoor Brink
man gemaakt worden. Gedurende haar leven zou Clara
Meijer jaarlijks duizend gulden schenken; na haar
overlijden zou haar dochter Louise Charlotte (zuster
Aquina van de orde der Dominicanessen te Rotterdam)
dat overnemen.
Zoon H.F.A. Janzen en C.A.J. van Rosendaal, ingezete
nen van Den Helder, verbinden zich om in overleg met
pastoor Brinkman de complete inventaris voor het
weeshuis te leveren. Met andere woorden een aanbod
voor een compleet weeshuis (grond, gebouw en inven
taris) en jaarlijks duizend gulden. Zoiets kwam wel
eens voor in die tijd, maar toch heel zelden.
Eerste steen
V
VAN
Briefhoofd van het
Bisdom van
Haarlem (1886).
Nadat de bisschop van Haarlem op 6 juli 1875
toestemming heeft gegeven om deze gift te
aanvaarden, is op 25 augustus van dat jaar de
eerste-steen-legging. Het weeshuis komt er.
Eerst op 5 september 1876 doet het katholiek
kerkbestuur afstand van de grond aan de Jon
kerstraat, voor dertig jaar f 50,- per jaar, door
het armbestuur te voldoen aan het kerkbe
stuur en met recht van koop voor f 600,-. Dat
kerkbestuur bestond in die dagen uit de heren
B.H. Brinkman (pastoor), A. Brand (koopman),
J. Dunselman (koekbakker), J.C. Spigt
(winkelier) en F.H. Riesselman (koopman).
Contract
Een maand later, op 7 oktober 1876, is een contract op
gesteld voor overname van het weeshuis door het arm
bestuur. Met voorwaarden en een toezegging. Die voor
waarden waren:
gebouw en inventaris uitsluitend aan te wenden voor
opname en verpleging van rooms-katholieke wezen
(jongens en meisjes); jaarlijks op de 7de oktober, zijnde
de stichtingsdag alsmede de sterfdag van wijlen de heer
J.E. Janzen, zal dien dag op een feestelijke wijze in het
gesticht en op godsdienstige wijze in de Kerk herdacht
worden.
36