Zonder verder voorbeelden te
geven schrijft De Jonge dat in de
strijd tegen de Duinkerker kapers,
wanneer in bepaalde periodes geen
levens gespaard werden, 'meer dan
één bevelhebber, zoowel Nederlan
ders als Duinkerkers, den brand in
het kruid stak, liever verliezende
met de zijnen eerlijk te sterven dan
op eene eerlooze en wreede wijs
om hals gebracht te worden.'4
Deze bittere keus hadden de
kapers uit 1781 niet te maken. Zij
zouden in het ergste geval een aan
tal jaren in gevangenschap gera
ken, maar meer ook niet. Het is
dan ook alleszins waarschijnlijk dat
een toevallige treffer in de kruitka
mer de oorzaak van de ramp met
'De Dappere Patriot' geweest is.
Ook dat was uiteraard méér voor
gekomen in de geschiedenis. Zo
vertelt van Deursen het mooie ver
haal van een Hollands schip dat in
1613 bij Gibraltar door drie Turkse
fregatten werd overvallen en tij
dens het gevecht 'brand in het
kruit' kreeg. Van de Hollanders
bracht alleen Herman Hermansz.
er het leven af door zich op de fok-
kemast drijvende te houden, ver
huld in het marszeil. Toen daarna
twee van de Turkse schepen weg
voeren, zwom hij onvervaard op
het derde toe, klom aan boord, en
overmeesterde de weinige opvaar-
enden die de strijd hadden over
leefd. Geheel alleen bracht hij zijn
buit binnen in de haven van Mala
ga-5
J.T. BREMER
Noten
1 Request aan de Hoogmogende Heeren Staten Gereaal der
Vereenigde Nederlanden door Jaques Bergeon en Comp.
Uitgegeven in 's Hage bij J.F. Jacobs de Agé, Boekverko
per in de Spuistraat, 's-Gravenhage, 1781. (Algemeen
Rijksarchief, 's-Gravenhage. Archief Staten Generaal
inventarisnummers 3837 en 3839. Zie ook Resoluties Sta
ten Generaal d.d. 5-11-1781 en 12-7-1782 en bijlagen reso
luties 8-7-1782 en 5-11-1782 uit liassen archief Staten
Generaal, inv. Nrs 7946 II en 7950.
2 J.C. de Jonge, Geschiedenis van het Nederlandsche Zee
wezen, 6e deel, eerste druk, 's Gravenhage., 1845, blz.
142-145.
3 J.C. Vermaas, Geschiedenis van Scheveningen, 1926, deel
I, blz. 178 e.v.
4 J.C. de Jonge, ie deel, blz. 123, 205, 227.
5 A.Th. Van Deursen, Het kopergeld van de Gouden Eeuw,
Assen/Amsterdam. 1978, blz. 44.
Prent uit collectie Frederik Muller.
In het bezit van Rijksmuseum Amsterdam.
59