58
Bedroefde weduwen
De bedoeling van het request aan
de Staten was uiteraard een verzoek
om schadevergoeding. Zeker, in de
eerste plaats wordt gewezen op de
'deerniswaardige 19 bedroefde
weduwen en 54 weezen van al die
ongelukkige dog kloekmoedige
mannen, alsmeede aan de naaste
bloedvrienden der 25 ongetroude
personen en aan de bedrukte moe
ders der 8 omgekomen jongens',
maar vervolgens wordt al heel snel
verwezen naar de strop voor de
rederij, die voor het schip 'met zijn
geheele uytrustinge en armeeringe
(bewapening) een capitaal van
ruym 42.300,- gespendeert heeft.
Wel wat huichelachtig is de erop
volgende opmerking dat 'hun dit
smertelijk verlies alleen ter liefde
van het Vaderland overgekomen
(is)', want het was uiteraard in de
eerste plaats de bedoeling een vij
andelijk koopvaardijschip buit te
maken. Het antwoord van de heren
Hoogmogenden staat in de 's Gra-
venhaagsche Courant van 30 augus
tus 1782 als volgt omschreven;
'Hun Hoog Moog, hebben den 12
der verleeden maand, op het
request door de Heeren Jaques Ber-
geon en Comp. in het afgeloopen
jaar aan hoogst deselven gepresen
teerd, beslooten 10.270,- aan de
weduwen en weezen van de equipa
ge met het kaperschip 'de Dappere
Patriot' in de lucht gesprongen, te
doen uitdeelen in deze voege: dat
de weduwe van den Kapt. Verbaan
daarvan gemete 1000,-, elke
weduwe van de vier andere officie
ren 600,-, ieder weduwer onder
officieren 400,-, elke weduwe der
vijf bootsgezellen 250,-, ieder
kind der elf officieren 50,-, elk
kind der negen en twintig onderof
ficieren 30,-, ieder kind der zes
bootsgezellen 25,-, en elk der
negen ouderlooze weezen 50,-,
maar dat in de verdere verzoeken
bij het gemelde request gedaan
voor alsnog niet kon getreeden wor
den.'
Van een schadeloosstelling aan de rederij en van een
susidie aan bestaande en nog uit te rusten kapersche
pen wilden de Staten niets weten.3
Ook de opmerking in het request dat 'in de oudste
annales nogte in de nieuwe historiën dezer republiek
niet bekent (is), dat er ooyt een van hare particuliere
commissievaarders dergelijke oorlogsramp vegtender-
hand is overgekomen', noch de mededeling dat als 'de
Dappere Patriot' 'den engelse Cameleon zoo moedig
niet in de weeg geweest (was), den vyand... mogelijk
wel een of meerder rijk geladene nederlandsche sche
pen in zijn havens (zou) hebben kunnen binnensle
pen', vermocht blijkbaar geen indruk te maken.
Over de oorzaak van de ramp worden geen mededelin
gen gedaan.
'Of dit jammerlijk ongeluk aan onvoorzigtigheid dan
wel aan toeval zij toe te schrijven, dan of Verbaan,
ziende, dat hij zich niet langer kon verdedigen liever
verkoos den heldendood te sterven dan zich over te
geven, is nimmer kunnen uitgemaakt worden, daar
niet een enkel man der geheele equipage behouden
bleef.'
Aldus de rijksarchivaris J.C. de Jonge in 1845, kenne
lijk nog onder de indruk van de heldendood van Van
Speyk. Erg waarschijnlijk is zo'n verkozen heldendood
niet, al was het wel eerder in de geschiedenis voorge
komen. Zo vertelt De Jonge hoe de Zeeuwse vice-
admiraal Bastiaen de Lange als hij in 1574 bij Vlissin-
gen slaags raakt met vier Spaanse Koningsschepen en
dreigt het onderspit te delven 'eenen eerlijken dood
boven een schandelijk leven' verkiest. 'Hy steekt den
brand in het kruid en zijn schip en die der vijanden
vliegen, met alles wat zij bevatten, in de lucht.
Dezelfde auteur vermeldt hoe de Hollandse vice-admi-
raal Reynier Claeszen in 1606: ofschoon van allen
verlaten... twee dagen alleen vecht tegen de Spanjaar
den. Ten laatste wordt zijn bodem onverdedigbaar;
doch eenen eerlijken dood boven eene schadelijke sla
vernij stellende, slaat hij aan de zijnen voor, liever den
brand in het kruid te slaan dan zich over te geven. De
moedige manschappen geven hunne toestemming tot
dit schikkelijk besluit... en Claeszen steekt den brand
in het kruid en het schip met alles wat zich aan boord
bevindt, vliegt in de lucht...'