De explosie van de Kaapvaarder 'De Dappere Patriot' (1781)
56
Het was in de dagen van de Repu
bliek der Zeven Verenigde Neder
landen gebruikelijk om bij het uit
breken van een zeeoorlog kaper
brieven uit te reiken aan hen die
bereid waren voor eigen rekening
jacht te maken op koopvaardij
schepen van de vijand. Vooral in
tijden dat onze oorlogsvloot in
feite niet tegen die van de vijand
was opgewassen, zoals in de vier
de Engelse oorlog (i78o-'84) het
geval was, werd de kaapvaart, ook
wel commissievaart of vrije nering
genoemd, van regeringswege
sterk aangemoedigd. En ook de
pers deed ijverig mee. Zo schrijft
de 's Gravenhaagsche Courant op
22 januari 1781:
'Omme nu derhalven een iegelijk
geleegentheid te geeven door een
klein gedeelte van hunne middelen
tot dat waarlijk heilzaam oogmerk
en tot behoudenis onzer zoo duur
gekogte vrijheeden welmenent en
ten spoedigste mede te kunnen
werken, is er een Plan van Kaap-
Reederij ontworpen en gedrukt;
ten einde door dezelfde terstond
een of meer kloeke wel gecom
mandeerde en wel bezeilde kaper
schepen hoe eerder hoe beter aan
te leggen en te equipeeren op de
voordeligste wijze en plaatzen...
De voornoemde reederij (waarin
een ieder naar gelang van zijn for-
tuijn en vaderlandsliefde zig kan
interesseeren) bestaat uit een onbe
paald getal van aandeelen a 100,-
ieder, zoodat dus een iegelijk zon
der onderscheid voor zooveel aan
deelen op toonder ofte op naam na
deszelfs verkiezing kan participee-
ren als het hem belieft.'
Uiteraard bedoelt de redacteur van de krant dat iedere
lezer, en alleen de elite las een krant, een aandeel zou
kunnen kopen. Want een doodgewone man uit het
volk moest voor die honderd gulden altijd nog een
half jaar werken! Ruim een jaar later, op 6 maart
1782, stond er in die zelfde krant ondermeer:
De kaapreederij is een oorlog, die door de burgerij
gevoerd, en wat meer is, die door particulieren zelve
ingerigt en gedirigeerd wordt. Daar is schier geene
gelegenheid als deeze, waardoor de burgerij haare
vaderlandse gezindheid opentlijk aan den dag leggen
en haare regtmaatigen gevoeligheid tegen den vijand,
met meerder nut, kragdadig maalcen kan, dan door
het uitrusten van wel gewapende, goedbezeilde kapers
en bootsvolk daarop, dat dit spel gewend is...'
Dat laatste moet er wel worden bij gezegd, want de
elite mocht dan een gokje wagen door een of meer
aandelen te kopen, de varensgasten waagden hun
leven!
Twee Pettemers
Hoe dan ook, in Den Haag kwam in januari 1781 een
Vaderlandslievende Reederij tot stand, een onderne
ming die op touw gezet werd door het Haags ban
kiershuis Jaq. Bergeon en Co. Deze rederij bracht 'De
Dappere Patriot' in de vaart, een kaperschip o.l.v.
kapitein Daniël Verbaan (Scheveningen), bemand met
54 manschappen waarvan 47 Nederlanders. Bijna de
helft van de Nederlandse bemanning (20) kwam uit
Scheveningen, maar onder de bootsgezellen bevonden
zich ook twee Pettemers, de (ongehuwde) matrozen
Krijn Pieterse Guldewagen en Jan Teunisse Snip. De
32- jarige Krijn was een van de twaalf kinderen van
Pieter Jansz. Guldewagen alias Franse Piet (overleden
januari 1781) en Neeltje Cornelisdr Brouwer. Jan Teu
nisse Snip was vermoedelijk de op 3 mei 1739 gebo
ren zoon van Teunis Lourensz. Snip en Maartje Cor
nelisdr (meded. P. Dekker, Schipluiden).
In een aan de Hoog Mogende Heeren Staten Gene
raal gericht request met een afschrift aan Zijne Door-
lugtige Hoogheid den Heere Prince van Orange en
Nassau, Erfstadhouder, Capteyn Generaal en Admi
raal der Vereenigde Nederlanden enz. enz.', schrijven
de reders dat het kaperschip op de 20e juli 1781 'uyt