genlijk wel graag in de buurt van het land, maar ook
daar was men zijn leven niet altijd zeker (ijsberen!) De
eigenlijke jacht op de walvissen werd gedaan vanuit
vangstsloepen, bemand met vijf roeiers en een stuur
man-harpoenier. Deze wierp de circa twee meter lange
handharpoen, waarvan een (met de sloep verbonden)
lijn was bevestigd in de te vangen walvis; daarna werd
het dier uitgeput en met een lans gedood. Een 'aange
schoten' walvis kon enorm te keer gaan met zijn mach
tige staart, hetgeen de sloepbemanning soms noodlot
tig werd. Maar ook een 'schielicke grijp-wint kon er
oorzaak van zijn dat de sloep omsloeg.
Daer leyt het lighaam nu en rot
sijn ziel, hoop ik, die is bij Godt
Dit tweeregelige rijmpje schreef de Helderse comman
deur Jan Jongkees bij de ter aardebestelling van zijn
timmerman te Spitsbergen. Er liggen er nogal wat be
graven.
Eind vorige eeuw vond men een groot aantal graven
dermate in verval dat onze regering besloot de graven
op Spitsbergen te herstellen (H.M.'s Friesland onder
kapitein W.D.H. Baron van Asbeck, 1906). Eerder
(1878) al had men een gedenksteen geplaatst ter nage
dachtenis aan enkele overwinteringen (1633/34,
ÏÖ34/35)-
Van een kerkhof in memoriam.
in het noorden Spitsbergen of Nieu-land
van Spitsbergen ontdekt
(de ZeeUWSe tot 79' ^o' n. Breedte
tt ,1 1 door de Hollanders.
Uytkijck) met
Hier overwinterden 16331634
ongeveer twee- JACOB SEEGERS en zes anderen,
honderd graven Hier overwinterden en stierven 16341635
heeft men enige andries jansz. van Middelburg
jaren geleden =n
vijftig kisten op- zes anderen-
gegraven en
voor onderzoek naar ons land gebracht. De kisten en
ook de inhoud ervan waren nog in redelijke goede
staat. Het bleek dat verreweg de meeste overblijfselen
aan personen tussen de 20-40 jaar toebehoorden, al
waren er ook die niet ouder dan veertien jaar geworden
waren. Voorts bleek dat de gemiddelde walvisvaarder
bepaald géén optimale gezondheid had: rachitis (En
gelse ziekte), Scorbut (scheurbuik) en vooral ook vaak
slecht geheelde botbreuken. De door vitamine C ge
brek veroorzaakte Scorbut was het gevolg van het ge
brek aan vers voedsel. Men voer uit na een soms lange
Hollandse winter en kreeg dan vervolgens op Spitsber
gen gedroogde kabeljauw, gerookte spek, gort en dub
bel gebakken tarwebrood in plaats van verse groenten
en vers vlees! Uit de grafvondsten bleek tevens dat
vooral wollen kleding gedragen werd: warm, maar bij
na niet droog te krijgen als 't nat
was geworden.6
Schoolwandplaat
Op de wandplaat is een Noordse of
Groenlandse walvis afgebeeld, een
ongeveer 20 meter lang zoogdier
met een enorme kop; in de mond
holte zou een complete sloep van 5
a 6 meter geborgen kunnen wor
den. De mannen in de bootjes zijn
wel erg dichtbij de krachtige, ge
vaarlijke staart bezig, maar anders
kon de tekenaar, Cornelis Jetses,
niet alles op de tekening krijgen. De
walvis, met een speklaag van soms
wel een halve meter dik, lijkt
plomp, maar is snel en behendig.
Gezicht en gevoel zijn vrij goed ont
wikkeld, maar horen doet hij slecht.
Het voedsel bestaat uit kleine
schaaldieren, die in grote massa in
de IJszeeën voorkomen. Behalve
spek, waaruit traan werd bereid
voor verlichting en als smeermid
del, leverde de walvis óók baleinen
gebruikt voor de vervaardiging van
corsetten, hoepelrokken en later
ook voor paraplu's. De beenderen
(walviskaken) werden wel meegeno
men als curiositeit en gebruikt als
wrijfpaal voor het vee. Een volwas
sen walvis leverde wel 20.000 liter
traan en duizend kilo baleinen. De
jagers in hun schepen maakten ge
bruik van harpoenen en lenzen.
Een harpoen had twee scherpe
weerhaken, een lens niet. Aan de
harpoen(lens) was een 'voorloper'
bevestigd, en touw van twintig me
ter lengte, daaraan de walvislijn, 150
a 160 meter lang. Dat de walvis do
delijk getroffen was constateerde
men wanneer het dier bloed 'blies',
het zogenaamde 'oranjeblazen'.
Een ander dier op de voorgrond van
de plaat is de ijsbeer - voor de mens
gevaarlijk, zeker wanneer hij hon
ger heeft. Het vlees is met rund
vlees te vergelijken maar grover en
taaier. Men at het vlees, in de 17e
eeuw echter ongaarne, omdat men
er vroegtijdig grijze haren van zou
krijgen!
52