sleepboten Titan en Assistent uren lang aan de trossen hadden getrok ken, kwam de volgende morgen versterking van de Cyclop uit I f muiden. Nu lukte het wel, even na hoog water raakte de Renate Leonhardt weer vlot. Mocht de bemanning al gedacht hebben dat ze veel geluk had gehad, dat geluk raakte snel op. Ten westen van Texel, evenwijdig aan het dorp Den Hoorn, torpe deerde een Engelse onderzeeboot het vrachtschip. De Duitsers voeren ditmaal buiten de territoriale wate ren. Enkele bemanningsleden kwa men om het leven, de anderen wer den gered door Nederlandse mari neschepen. De Renate Leonhardt was naar de kelder gejaagd, maar niet voorgoed uit beeld verdwenen. Vrijwel direct kwam een geruchtenstroom op gang. De toen 27-jarige - gedeser teerde - stoker G. P. de Wolf vertel de hoe de nacht vóór vertrek uit IJmuiden scheepsofficieren vele kleine kistjes aan boord hadden gebracht, die onder de lading caca oboter werden verborgen. Dat leid de tot de conclusie dat er een geheime en waardevolle vracht aan boord moest zijn. Goud! Camouflage Niettemin duurde het twintig jaar voordat het ook tot daden kwam. In 1937 spoelde zo'n zeshonderddui zend kilo cacaoboter aan op het strand bij Egmond. De Egmonder P. Groen concludeerde dat die uit de getorpedeerde cokesboot afkom stig moest zijn. Hij was namelijk na de eerste stranding op 17 juli 1917 aan boord geweest en had toen ontdekt dat de lading cokes slechts camouflage was voor wat er werkelijk in de ruimen zat. Zijn verhaal drong door tot in Camperduin, waar P. Visser uit Wijde Wormer werkzaam was. Bij hem rijpte een plan om de 'miljoe- nenschat' te bergen. Met medewer king van de Helderse vletterman G. de Vries, die in 1917 de Renate Leonhardt in de diepte had zien verdwijnen, werd de positie van het vracht schip bepaald. Nadat boringen met speciale Siemens- apparatuur in augustus 1939 sporen van cacaoboter opleverden, lieten de bergers een boei boven het wrak leggen en zochten zij contact met de Billiton Maat schappij. Die was op dat moment met de tinbagger molen Karimata bij Terschelling vergeefs op zoek naar de goudschat van de Lutine. Visser slaagde er niet in de Karimata naar de Renate Leonhardt te krijgen. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog moesten Visser en consorten hun pogingen staken. De Duitsers verwijderden in 1942 de wrakboei. Na de bevrijding pakte Visser de draad weer op. Hij beweer de dat uit contacten met de assuradeuren van de Renate Leonhardt was komen vast te staan, dat het schip destijds was geladen met achthonderd ton cacao boter, zestig ton cokes, een hoeveelheid rum en... 454 kistjes goud. Visser maakte het nog bonter, door 'voor alle zekerheid' een Utrechtse wichelroedeloper de juis te positie van de vrachtvaarder te laten bepalen. De wichelroede zou namelijk reageren op de aanwezig heid van goud. Goedgelovigen Vervolgens werd in 1953 de Coöperatieve Bergings- Vereniging Renate Leonhardt UA opgericht, voor de berging van 17.000 kilo goud ter waarde van, op dat moment, tweeënzeventig miljoen gulden. Vele goed gelovigen kochten een aandeel van 25 of zelfs 1000 gulden. Uiteindelijk telde de bergingsvereniging 3300 aandeelhouders. Eén van hen was wijlen Willem Mos uit Den Helder, voorheen bekend van café-slijterij De Pottenwinkel in de Langestraat. Nadat zijn zaak tij dens de oorlog was afgebroken begon hij in de Willem Barentszstraat een nieuwe slijterij. Mos wilde wel zijn geluk beproeven met 'het goudschip' en kocht op 22 juni 1954 een aandeel van honderd gulden. Visser en zijn inmiddels vaste compagnon, tevens oud-sleepbootkapitein, C. van der Toorn bepaalden andermaal de exacte positie van het wrak en lieten het Loodswezen op kosten van de bergingsmaatschappij een boei leggen. Intussen lieten zij een duiktoren met werkput bouwen, waarmee een duiker bij gunstige zuidoostenwind tot op het wrak kon afdalen - bij voor keur precies boven het ruim met het goud. Kosten van de duiktoren: ruim 266.627 gulden. Het publiek kreeg via foto's in de kranten een blik gegund op het gevaarte, dat echter nooit is ingezet. Visser ging praktisch failliet. Op 7 januari 1959 werd de toren naar de sloper gebracht. In totaal was met het hele project een half miljoen gulden verspeeld, consta teerden de aandeelhouders de volgende dag zuur. 28

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1998 | | pagina 28