Het raadsel van de gezonken Renate Leonhardt
Het is niet alles goud, dat blinkt
Goud! Er is goud aan boord! Als
het spreekwoordelijke vuurtje ging
het verhaal rond. De Renate Leon
hardt, een Duits koopvaardijschip
dat in augustus 1917 door een
Engelse onderzeeboot naar de kel
der werd gejaagd, zou veel meer
in haar ruimen hebben dan cacao
boter en cokes. Sommigen wisten
het zeker: op de bodem van de
zee, een kleine twintig kilometer
westelijk van Texel, lag voor
tweeënzeventig miljoen gulden
aan goud te wachten om geborgen
te worden. En ze kwamen, de
schatzoekers. De een ging er bijna
failliet aan, de ander tilde 3300
aandeelhouders met nooit waarge
maakte beloften. De Helderse
Courant wijdde in 1954 zelfs een
feuilleton aan het raadsel van de
Renate Leonhardt. Goud is er
nooit gevonden. Maar betekent
dat dan ook dat het er echt niet
ligt, daar op eenentwintig meter
diepte?
De sleepboot
Cyclop verleende
assistentie bij het
vlottrekken.
In het boek 'Geen zee te hoog' uit 1987 schenken Ger
van der Burg en Wim Kalkman ruim aandacht aan de
Renate Leonhardt. Het in 1893 gebouwde stoomschip
verliet op 16 juli 1917 Rotterdam, deel uitmakend van
een tien schepen tellend Duits konvooi. De Renate
Leonhardt moest een lading cokes afleveren in het
Deense Fredericia.
De Eerste Wereldoorlog was in volle gang en Duits
land verscheepte massaal steenkool naar Scandinavi
sche landen, in ruil voor grondstoffen waaraan de
eigen oorlogsindustrie dringend behoefte had. Neder
land was neutraal. Door binnen onze territoriale wate
ren en zo dicht mogelijk onder de kust te blijven,
hoopten de koopvaarders veilig te zijn voor de Royal
Navy.
Het tegendeel bleek waar. De Nederlandse neutraliteit
weerhield de Engelse marine er allerminst van haar
eigen gang te gaan. Ter hoogte van Bergen aan Zee
viel zij het Duitse konvooi aan. Het kanonvuur was tot
in Den Helder hoorbaar. Enkele granaten kwamen
zelfs in Bergen terecht. De Engelsen maakten vier
vrachtschepen buit. De Lavinia en Renate Leonhardt
ontsnapten aan overmeestering doordat de kapiteins
hun schepen op het strand lieten lopen. Vier andere
schepen wisten geheel te ontkomen.
De Koninklijke Marine bleef bij de actie min of meer
langs de zijlijn. Weliswaar werden het kleine, sterk
verouderde, pantserschip Kortenaer en vier torpedobo-
ten van de Z-klasse op pad gestuurd, maar tegen vijf
lichte kruisers en zeventien torpedojagers aan Engelse
zijde konden zij weinig beginnen.
Hulpeloos
De Lavinia en Renate Leonhardt lagen hulpeloos op
het strand. Eerstgenoemd vrachtschip was door vol
treffers in brand gevlogen. Op de Renate Leonhardt
sneuvelden door het granaatvuur drie opvarenden.
Twee dagen later trokken sleepboten van de 'Visch-
ploeg' uit IJmuiden haar vlot, waarna ze in Amster
dam werd gerepareerd.
Op 21 augustus koos de Renate Leonhardt andermaal
zee. En wederom liep ze aan de grond, nu in het
Schulpengat bij Den Helder. De kapitein had een
koers té dicht onder de kust gekozen en belandde
hoog op de zandbanken. Nadat de twee Helderse
27