handelen met aanzienlijken. Kostbare geschenken ook, zoals een gouden beker van Prins Maurits voor de koning van Bantam, een klein vorstenrijkje nabij Jacatra (Djakarta) op het eiland Java. Brieven ook, in het Hollands en het Spaans geschreven door de Sta ten Generaal en de Prins. Dan konden de Indische vorsten lezen dat het eerlijke kooplui waren en geen zeeschuimers, zoals de Portugezen zo graag beweer den. Gelukkig hadden de Bantammers weer eens ruzie met de Portugezen toen een deel van de Hol landse vloot arriveerde. Drie schepen (rechts op de plaat) bleven ruim vier weken op de rede van Bantam, alvorens de anderen die door stormen achterop waren geraakt op Oudejaarsdag 1598 ook op de rede ver schenen (links op de plaat). Tien dagen later vertrok ken zij weer en vier schepen volgeladen met allerlei kostbare specerijen stevenden naar het vaderland, waar ze op 19 juli 1599 behouden aankwamen en met vreugdescho ten, trompetgeschal en klokgelui werden ontvangen. De vier schepen die waren doorgevaren naar de Molukken, een eilandengroep ten oosten van Java, kwamen later. Heemskerck kwam in mei 1600 met twee schepen vol kruidnage len, foelie en nootmuskaat in het vaderland terug. Wijbrand van Warwijck arriveerde pas in septem ber 1600 eveneens met rijke lading. Het gevolg van deze succesvolle Op de reede van onderming - er was 300% winst Bantam, 1598 gemaakt! - was dat velen hun geluk 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1998 | | pagina 19