ten over onder meer temperatuur, windkracht en - richting en luchtdruk. Van elk passerend schip met een leesbare naam werden gegevens genoteerd. 'Van een matroos werd doorgaans niet veel gevraagd. Ik heb mensen meegemaakt die voor andere beroepen 'geflipt' waren en daarna op een lichtschip terecht kwamen. Wie aan een brommer kon sleutelen was al geschikt... Het werk betaalde slecht en stond binnen de hiërar chie van het Loodswezen laag aan geschreven. Mensen waren soms moeilijk te krijgen. De goeien stroomden door naar betonnings- vaartuigen.' Boon was zelf kennelijk zo'n goede, want hij kwam in 1967 bij de betonningsdienst terecht. Hij zou zijn loopbaan afsluiten als een gerespecteerd gezagvoerder op het vlaggenschip Breeveertien. Negen jaar nadat hij het lichtschip verliet kreeg 'de Texel' een geautomati seerd licht. De vaste bemanningen maakten plaats voor onderhouds techniek die incidenteel aan boord kwamen. 'Ik heb', zegt Boon, 'al met al geen slechte tijd gehad op het licht schip. Voorheen maakte ik op de koopvaardij reizen van negentien of eenentwintig maanden. Dan was een maand op de nummer 10 niet zo erg. Voor anderen was het soms heel zwaar. De hele dag die deining, de hele nacht in je kooi liggen rollen. D'r zul len er zat zijn die er met weinig plezier aan terugden ken.' Hij strijkt met zijn hand langs zijn grijzende baard en herhaalt peinzend: 'Maar voor mij was het helemaal niet zo'n slechte tijd.' Ronald den Boer Het vervangen van de bemanning met de overstap in volle zee was niet zonder risi co's, een loodsvaartuig uit Den Helder verzorgde de aflossing. Bij 'het vervang' werden ook de motorjollen van het licht schip gebruikt. 14

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1998 | | pagina 14