op elkaar op een schip zitten kun nen de spanningen hoog oplopen.' Een koelkast ontbrak. In plaats daarvan stond er buiten een opslaghok. Flesjes bier en limona de werden in een net in het zeewa ter gehangen. 'Je kreeg f 1,40 per week dranlcgeld. Daar had je niet zoveel voor. Drie flesjes bier of een fles limonadesiroop. De meesten namen siroop, want je deed er lan ger mee. Natuurlijk kon je wel wat van huis meenemen, maar het overstappen vanuit de sloep gebeurde niet zachtzinnig. Menige fles ging voortijdig aan scherven.' Het lichtschip Texel lag in de vogeltrekroute. Uilen, sperwers, spreeuwen en lijsters streken mas saal neer om even de poten te strekken. Voor veel dieren was het hun laatste fout. 'Er zijn heel wat lijsters gesneuveld. Een boel vlees zat er natuurlijk niet aan, maar als je zorgde dat je er voldoende ving had je toch weer even wat anders op het menu. Met de spreeuwen was het net zo. Soms zat de licht toren er helemaal vol mee. Dan klom een mannetje naar boven en 'veegde' hij het hele spul de zak in.' Aanvankelijk waren de opvaren den milder voor neergestreken postduiven. 'Die werden gevangen en van hun ring ontdaan, zodat de eigenaar gewaarschuwd kon wor den. Sommige eigenaren waren helemaal niet geïnteresseerd. De duif had immers gefaald en als hij door ons in een doos naar de wal werd gestuurd draaide z'n baas 'm de nek om. Toen we dat ontdekten dachten we: Dat kunnen wij ook. Heel wat duiven zijn daarna op ons bord geëindigd.' Geen lakens Wie in de jaren 50 aanmonsterde kreeg voor zijn scheepskooi twee dekens en een paar zogeheten tij ken uitgereikt: harde hoezen voor over de matras en het kussen. Lakens waren er niet, die golden als een luxe. 'De dekens werden elk half jaar gestoomd. Dat was wel nodig, want ik heb mensen meegemaakt die zich vier weken lang niet wasten. Je zag de onder- en bovenkant van de dekens niet, die rook je. Ik heb later nog gestreden om elke maand schone reservedekens te krijgen.' Het Loodswezen was een zuinige werkgever. Zo duur de het lang voordat de bemanningsleden van rijkswe ge fruit kregen verstrekt. 'Nooit hadden we iets extra's. De baas vond dat we daar zelf maar voor moesten spa ren. Met Kerstmis ontvingen we een pakket van het Leger des Heils. Ja, het Leger stond op de lichtschepen goed aangeschreven.' Dat bleek andermaal toen het televisietijdperk aan brak. De opvarenden zagen hierin een prachtig tijdver drijf. 'We kregen echter geen toestellen. Volgens de PTT was de ontvangst te slecht. We hebben daarna tegen iedereen die het horen wilde lopen klagen dat wij geen tv kregen. Met succes. In 1963 bood het Leger des Heils aan om de televisies te leveren. Dat vond de directie van het Loodswezen toch wat te grijs. Ze gaf daarom alsnog aan onze wens gehoor.' Edoch, wie Mies Bouwman of het Journaal wilde zien moest improviseren. 'We kregen een tv met een han dantenne. Elke keer als het schip rond zijn ankerket ting draaide moest je 'm weer gaan verzetten. Geluk kig hadden we onze eigen Willie Wortel aan boord, Joop Wulffelé. Die bedacht een fietswiel met twee dra- Het lichtschip den. Zo kon je in de hut blijven zitten en via een draai 'Texel', in 1950 aan het wiel de antenne richten. Toch bleef het een geschilderd door heel gedoe en een bron van irritatie.' H.A. Jaarsma. Genoeg te doen Een bemanningslid had, afhankelijk van de functie, op een lichtschip genoeg te doen. Onderhoud, wachtlo pen, voor het KNMI ieder uur waarnemingen verrich- 13

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1998 | | pagina 13