Ook Petten komt ter sprake, wan neer verteld wordt van een bezoek van prins Willem van Oranje 'Staethouder van Hollant' aan Petten en de Hondsbosse Zeewering. De prins was er getuige van dat een kudde walvissen dicht onder de kust in zuidwes telijke richting zwom. Des gevraagd verklaarden enkele oude inwonenrs 'sy trecken om de bruit'. Coenen legt daarop uit dat dit verschijnsel ook vanaf de kust van Scheveningen regelmatig te zien was: 'Dat ghebooret alle jaren gemeenlijck eens ofte twee- maels in 't jaer. Dat daer trekt eene groot hoop groote visschen verbij onsen dorpe van Scheveninghe, komen de uut den noorden treckende allegader eenen koers naer 't weste of zuijtwesten heene bij lande heene. Ende springen uut den watere den sommighe hallif uut den watere den sommige geheel uut den watere ende het scijnt of sij malcandere na swemden of naspring- hen ende al treckende geduert twee drie hueren lanck na datter veel zijn Ende wij en hebben se noijt weder omme zien comen trecken.' In Scheveningen vertelde men er meestal bij 'dat eer drie daghen na desen treek van dese visschen gevalt eene groote storm ende onweder.' Coenen heeft in zijn Visboeck niet alleen vissen geschilderd en beschreven, maar hij maakt ook mel ding van merkwaardige zeemonsters, zeepaarden, zee meerminnen, watergeesten, natuurverschijnselen, als kometen en mensen uit verre landen als Eskimo's en Indianen. En, eerlijk is eerlijk, van alles wat hij niet zelf gezien heeft noemt hij de zegsman of bron. Want het laatste wat hij wil is beticht worden van 'looghenen en fabel en'. Hoewel Coenen van huis uit een eenvoudige visser en vishandelaar was, met een 'simpel verstant' zoals hij zelf zei, werd hij ook door geleerden van zijn tijd gere specteerd om zijn scherpe opmerkingsgave en enorme kennis. Het plan is om te komen tot een heruitgave van het oorspronkelijke werk van Coenen - ik hoop van harte dat dit gaat lukken, want Coenen heeft héél wat te ver tellen en ....te laten zien. J.T. BREMER 123

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1998 | | pagina 27