ichter, er uisdijk- houten sterkt, ingin- :e te n die in te 'odgra- iven d in de am bij en en 1717 Neel Jans Vrouwtjes, weduwe van Thijs Claasz Pal 1730 Jan Thijsz Pal 1733 Jan Thijsz Pal en Gerrit Claasz Slinger 1740 Thijs Jansz Pal en zijn moe der Guurtje Cornelis Sonneveldt 1741 Gerrit Claasz Slinger 1742 Sieuwert Jansz Broer (gehuwd met Aaltje Thijs Pal!) 1776 Thijs Sieuwertsz Broer Ct> pCsHhC- 4.0-C. <i e -Ti 6 j,ci-n £r>> sC^cr^i,'" - pensioen bedroeg honderd gulden per jaar. Als goed vader droeg hij zijn beide zoons bij de burgemeester voor om hem als gravenmaker op te volgen. Maar na twee generaties Brouwer zou het gemeentebestuur een andere keuze maken. Zondag 4 Augustus 1861 Heldersche en Nieuwedieper Courant De bediening van GRAVENMAKER op de algemene begraafplaats dezer gemeente opengevallen zijnde, zullen zij die voor deze bediening in aanmerking wenschen te komen, zich voor of op den 15 Augus tus aanstaande, in persoon of bij geschrift aan de secretarie der Gemeente moeten aanmelden. Helder den j Augustus 1861, de Burgemeester der Gemeente Stakman Bosse. 'U t.{ -^Y YV' b'^21 <3:o 1798 Sijmon Pronk 1798 Jacob Toorn 1803 Aarjen Brouwer Zij volgden 'de beveelen en orders van 's Lands weegen' op, het 'loon vanouds gebruikelijk' was voor de doodgraver voor het maken van een graf: één gulden, voor een kin dergraf werd 55 cent betaald. In het jaar 1821 volgt Gerrit Brou wer zijn overleden vader op, gebo ren te Callantsoog en gehuwd met Marijtje Dirks. In officiële stukken begint men inmiddels het beroep doodgraver te schrijven als graven maker. Begraven werd er alleen tussen 11.00 uur 's morgens en 13.00 's middags waarbij de gra venmaker behoorlijk gekleed moest zijn. Na de plechtigheid moest hij het graf met aarde aan vullen en met graszoden afdekken. Na een respectabele tijd van 40 jaar gravenmaker diende Brouwer z'n ontslag in. Op 30 juli 1861 gaf Gerrit Brouwer te kennen dat hij als zeventigjarige 'door vergevor derde leeftijd zich niet meer in staat gevoelt zijne betrekking naar behooren waar te nemen'. Zijn De eerste aangifte in bet begraafregis- ter van Den Hel der en Huisduinen. Op de advertentie reageerden 34 sollicitanten in de leeftijd van 25 tot 54 jaar met beroepen als: boer, koopman, voerman, sjouwerman, karrijder, aardewerker, werkman en nachtwacht. Eén van hun was Simon Zwaan, achter zijn naam op de lijst van sollicitanten schreef het gemeentebestuur de volgende aantekening '34 jaar en gehuwd, twee kin deren, aardewerker (grondwerker) woont te Huisdui nen, kan lezen en schrijven, een ijverig en oppassend man die ook wel verdiend in aanmerking te komen, kan ook goed maaien'. Met zo'n aantekening kon het ook niet anders of Zwaan werd de nieuwe gravenmaker. Op 23 augustus 1861 volgde zijn aanstelling. Hij begon met een salaris van zeven gulden per week mét vrije woning want Zwaan komt in het huis op Heiligharn te wonen, het huis van zijn voorganger Gerrit Brouwer dat de gemeente voor één gulden per week van de oude doodgraver huurt. Een bekend Helders gedicht uit die jaren was: 'De één is rijk, leeft van zijn renten, de ander ploetert voor zijn centen, maar hoe verschillend het ook mag gaan, het eind is toch bij Simon Zwaan'. De bandtekening van Simon Zwaan onder zijn sollicita tiebrief voor gra venmaker. -TV /<f rf/ In 1888 volgt Rens Zwaan zijn vader Simon op, tegen een salaris van 600,00 per jaar. Ook Rens Zwaan woonde op Heiligharn 'achter de Begraafplaats' het "9 -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1998 | | pagina 23