MAANDAG 14 FEBRUARIJ 1853
STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN, VERTOOGEN
enz.
Spoorweg van Amsterdam naar het Nieuwediep.
In het jaar 1847 vernam men, dat eene concessie was
aengevraagd tot het aanleggen van eenen spoorweg tus-
schen Amsterdam en het Nieuwediep. Volgens het
algemeen gerucht was deze onderneming in zoo verre
tot rijpheid gekomen, dat alleen de hoogste bezwaren
de voorwaarden, die het gouvernement maakte, ter
zake van de fortificatiën aan den Helder, die de spoor
weg zoude doorsneden hebben, en nieuwe verdedi
gingswerken zouden hebben gevorderd, de uitvoering
tegen hielden.
De schok door de fransche revolutie in Februarij 1848
veroorzaakt, deed ook dit plan in duigen storten. Bij de
daardoor gedrukte geldmarkt was aan geene uitvoering
te denken. Maar intusschen zijn er vijf jaren verloopen,
er is rust gekomen, aan beschikbare kapitalen zoude
thans geen gebrek zijn en wanneer de concessie door
solide kantoren werd aangevraagd, zouden zonder twij
fel ook vreemde (engelsche) kapitalen in ruime mate
toevloeijen.
Waarom blijft dan nu dat plan rusten?
De verlenging van den Rhijnspoorweg, tot heden toe
voor Amsterdam nutteloos, zal nu die stad met het
spoorwegnet van Duitschland vereenigen. Maar als die
ijzeren arm zich tot aan het hart van Duitschland ver
lengt, waarom dan ook niet aan de
andere zijde de arm tot aan de zee
uitgestoken?
Staat hieraan het plan in den weg
om van Amsterdam regtstreeks een
kanaal naar de Noordzee te graven,
dan is het wenschelijk dat daarover
spoedig eene beslissing valle, of wel
dat men wege, wat verkieslijker zij,
dat kanaal, of een spoorweg naar
het Nieuwediep. Wat den tijd
betreft, binnen welke zoodanige
onderneming zoude kunnen wor
den tot stand gebragt, de kapitalen
voor zoodanige onderneming
benoodigd, zal het voordeel wel zijn
aan de zijde van den spoorweg, die
uit Amsterdam langs de Zaan over
Alkmaar tot aan het Nieuwediep
gaande, met eene talrijke en in
bloei toenemende bevolking in aan
raking zoude komen, en deze in
zijne voordeden zoude doen dee-
len.
Het oude station in de afbraak periode (1958), links op de achtergrond bevindt zich de toren van het huidige NS-station.
116