dat zij in de loop der week een
winkel in laarzen, schoenen en
pantoffels en wat dies meer zij,
zou openen. Haar zaak was geves
tigd in de lange straat C nr 113 in
de Oude Helder.
Een ernstiger concurrent was
gevestigd op de Zuidstraat. Daar
was de heer A. Visser gevestigd,
eveneens een vervaardiger van
laarzen en schoenen voor heeren,
dames en kinderen. Zijn winkel
pand telde in het voorpui twee roy
ale etalages en twee kelderramen
die toegang gaven tot de werk
plaats waar het personeel verbleef.
Het souterrain bevatte twee grote
ruimten die gelegenheid gaven tot
het plaatsen van machinerieën
voor de fabricatie van pantoffels
en kindergoed. Helaas liet de laar-
zenfabrikatie soms te wensen over
met als gevolg een stagnatie in de
verkoop. Om hieraan tegemoet te
komen zocht Visser venters die
zijn artikelen tegen valse naam aan
de man probeerden te brengen.
Ook Jan Hoogenbosch werd door
deze handelwijze benadeeld.
Daarom publiceerde Jan in de cou
rant van 5 juli 1863 'dat de laarzen,
welke dezer dagen aan de huizen
als het werk van Jan Hoogenbosch
ten verkoop werden aangeboden,
toebehoorden aan A. Visser op de
Zuidstraat, die deze grap schijnt te
bezigen om langs deze weg van
zijn oudbakken werk af te komen.
Hij attendeerde zijn cliënten er op
dat hij alleen schoen en laarzenma
ker doch geen venter was; daaren
boven schaamde hij zich nimmer
voor zijn werk en durfde zich
steeds als de maker of verkoper te
noemen!
Ten einde de concurrentie en de
laarzenhandel het hoofd te bieden
zocht Jan een nieuwe kans en dat
was het vestigen van een eigen hui-
denzouterij. Op 28 februari 1863
maakte burgemeester Stakman
Bosse bekend dat door J. Hoogen
bosch, wonende in de Weststraat,
aan burgemeester en wethouders
dezer gemeente verzoek is gedaan
tot oprichting ener zouterij van
huiden en vellen in het huis wijk L
no. 168. Ingezetenen, die tegen de
oprichting van dat bedrijf waren
meenden te kunnen aanvoeren
delen van dat materiaal waarvan
het leder werd bereid. Helaas liep
deze arbeid door de opkomst van
industriële leerfabrikatie ten einde.
Wel kocht de firma nog vele jaren
de huiden van de geslachte dieren
die door het personeel van
werden uitgenodigd zich tot dat
einde te vervoegen aan het raad
huis der gemeente op dinsdag den
3 maart a.s. des voormiddagse ten
elf ure. Of er veel bezwaren door
de buurt zijn ingebracht is niet
meer te achterhalen. Feit is dat de
zouterij vele jaren heeft bestaan
onder leiding van Klaas Gouds-
waardt. Laatsgenoemde herdacht
op dinsdag 24 februari 1903 de dag
waarop hij als elfjarige knaap,
thans vijftig jaar gelden, in dienst
trad bij wijlen de heer Jan Hoogen
bosch, koopman in huiden en
leder. Aanvankelijk in de leer als
schoenmaker, werd hij later door
de firma aangesteld als huidenzou-
ter, een vak dat hij tot na 1903
beoefende. Dat zijn arbeid op prijs
werd gesteld, bewijst wel dat de
nieuwe firmant, Piet Hoogenbosch
Janszn niet aarzelde om Klaas bij
zich in dienst te houden. Hij is
inmiddels 62 jaar maar nog altijd
werkt hij met lust en ijver. Wande
lend langs de Achtergracht-West
zijde nr. 43 (thans Keizersgracht)
zag men hem bezig met het behan
Zuidstraat.
Hoogenbosch werden gereinigd en
door de beurtvaarder Jan Piscaer
via een huidenkoper naar de
Langstraat werden vervoerd. Ten
slotte zette de firma de handel in
allerlei soorten leer voor de plaatse
lijke schoenmakers tot rond 1940
voort toen de distributie de leer
handel ongedaan maakte.
In mei 1872 adverteerde Jan in de
Helderse Courant: door de rijzing
der lederprijzen zal voortaan door
den ondergetekende het aan te
meten werk volgens onderstaande
prijscourant worden afgeleverd:
Heren: Bordeaux kalfslederen laar
zen ƒ9,-
Gewoon lederen laarzen 7,50
Kalfslederen bottines 8,-
Idem met rimpels 8,-
Idem chagrijn, chevreaux of verlakt
leder 8,-
Idem gewoon gewast leder 7,-
Dames: Everlast laarsjes met 7
duims elastiek 5,-
107