Magazijn 'De Ossekop'
Op 28 juni 1829 werd uit het huwelijk van Pieter
Hoogenbosch en Cornelia de Vaan hun zoon jan
geboren. Na zijn lagere schoolopleiding kreeg hij een
verdere opleiding in de vervaardiging van laarzen en
schoenen waarvan Helder en Nieuwediep er genoeg
telde. De vele visserlui bestelden geregeld nieuwe
laarzen voor de beoefening van hun bedrijf. Jan ont
ving zijn opleiding in zijn eigen woonplaats. Mis
schien bij zijn oom Hendrik van Curp, de tweede
man van zijn moeders zuster, Clasina de Vaan, of bij
Napoleon Vennix, de Brabantse schoenmaker in de
oude Helder die later een leerlooierij stichtte in de
Oostslootstraat op de hoek van de Looiersteeg.
Met de boot van Zur Mühlen reisde hij via het Noord
hollands kanaal naar Amsterdam om zich daar van de
benodigde grondstoffen en gereedschappen te voor
zien. Zijn vader schonk hem hiertoe 250,- als start
kapitaal. Thuis gekomen begon hij weldra met de
inrichting van zijn schoenmakerij die dicht bij zijn
ouderlijk huis ten westen van de berastering was gele
gen in het perceel nr 69. De verbouwing verliep vlot
zodat zijn zoon Piet op 5 juni 1852 kon dichten:
Toen was, wat u straks niet verwonderd,
mijn vader op die dag zeer blij.
Hij werd, wat men noemt, meerderjarig;
de drie en twintig gepasseerd
en sprak, al lijkt dit wat voorbarig,
ik ben in het schoenenvak volleerd!
De handel liep naar genoegen,
met gevolg dat de ingekochte goe
deren vrij snel uitverkocht raakten
en het Vliegend Blaadje op 24 mei
1860 de aankomst van een nieu
we voorraad bekend kon maken,
waaronder gewast lederen heeren
laarzen vanaf 4.50 tot 6,00;
verlakte heeren laarzen 6,00;
idem bottines 5,-; dames laarsjes
in alle soorten vanaf 2,-; tot 5,-
eerste kwaliteit en net bewerkt;
idem pantoffels vanaf 0,85 tot
1,70; idem stoffen schoenen van
i,- en 1,15; puik beste vetlede-
ren mans schoenen van 2,- tot
2,25. Voorts een grote partij ver
lakt stoffen en lederen kinder
werk, te veel om te noteren, alles
tot de minst mogelijke prijzen.
Jan deed zijn best om zijn prijzen
zo laag mogelijk te houden en de
concurrentie zo levendig mogelijk.
In de Heldersche en Nieuwedie-
per Courant van 17 november
1861 verwittigde de weduwe
Adriana Maria Rippens-Hoogen-
bosch haar plaatsgenoten er van,
Vracht en passa
giersboot van de
Cebr. Zur Mahlen.
106