einde aan zijn (particuliere) school voor gewoon en meer uitgebreid fa- middelbaar onderwijs in de wis kunde) lager onderwijs. De heer L.A. Hissink Jr. startte een school voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs zijnde niet middel baar.' De school kreeg een subsidie van2600 en tweehonderd gulden voor leermiddelen natuur- en aard rijkskunde. De jaarwedden van de hoofdonder wijzers aan de lagere scholen nr. 1 te Koegras en nr. 2 te Huisduinen werden bepaald op750, nr. 3 in de Schoolstraat op1200, nr. 4 aan de Hoofdgracht op 1500, nr. 5 in de Weststraat op 1600, nr. 6 in de Nieuwstad (globaal nu de Tegeltableau boven de ingang Gemeenteschool Weststraat. Ingang Gemeente school Weststraat. Visbuurt) op 1500, en nr. 7 in de Oostslootstraat op 1200. Het aantal leerlingen zal daarbij bepalend zijn geweest. De hulponderwijzers aan de scholen nummers 1, 2, 3, 5 t/m 7 gingen 500 per jaar verdienen, met vijftig gul den extra als ze de hoofdonderwijzeracte bezaten. De eerste hulponderwijzers behielden hun wedde van 600. Voor lesgeven op de avondschool kreeg men een aparte toelage, evenals maximaal vijftig gulden per jaar voor het begeleiden van elke kwekeling. De schoolgeldheffing werd per 1 april 1875 gewijzigd. In het vervolg moest per kwartaal betaald worden: - voor het onderwijs aan een lagere school voor een kind een gulden, voor een tweede kind uit hetzelfde gezin drie kwartjes en voor ieder volgend kind uit dat gezin vijftig cent; - voor de ulo voor een kind vijf gulden, voor tweede kind uit hetzelfde gezin vier gulden en ieder volgend 2; - voor die scholieren die ook de avondschool bezoeken wordt het schoolgeld met een kwart verhoogd; voor alleen de avondschool 2,50. Voorts telde de marinestad drie bijzondere bewaar scholen (voor kleuters), met ieder een onderwijzeres en een helpster, voor in totaal 238 leerlingetjes, naast zes bijzondere kleinkinder- of maitressenscholen met 15 helpsters en 769 peuters. De 'Rijlcsinrigting tot opleiding van hulponderwijzers tot hoofdonderwijzers is gemiddeld door vijftien per sonen bezocht. De Normaalschool telde dertien kwe kelingen, waaronder vier vrouwelijke. Drie deden met goed gevolg examen als hulponderwijzer'. De gesubsidieerde Industrieschool, een soort LTS zeg maar, had 123 leerlingen; de lokaliteit werd uitgebreid en er kwam een extra leerkracht voor het scheepsteke- nen. Met de stijging van het leerlingental ging de sub sidie omhoog van 1200 in 1873 naar 1650 dit jaar. Het Helderse onderwijs van die tijd wordt gecomple teerd door de Teekenschool (38 leerlingen, waaronder tien 'jonge jufvrouwen'), de Zeevaartkundige school van de heer A.J. Leijer (dertien leerlingen, die gemid deld bijna drie maanden onderwijs kregen; vier wer den gediplomeerd -een als eerste en drie als derde stuurman. 'De leermiddelen werden dit jaar vermeer derd met een sextant'), de Gymnastiekschool (151 leer- üüidJilLlTg' 71

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1998 | | pagina 7